| 
ALGEMEEN Voorpagina Bronnen Afkortingen ALLE VOOROUDERS Gesorteerd op nummer Gesorteerd op achternaam Gesorteerd op geboortepl. Gesorteerd op trouwpl. Gesorteerd op overl.pl. Analyse volledigheid PER GENERATIE Generatie I-VI Generatie VII-VIII Generatie IX Generatie X Generatie XI Generatie XII Generatie XIIIGeneratie XIV Generatie XV Generatie XVI-XVII Generatie XVIII-XXI Generatie XXII-XXIX Generatie XXX- WEERGAVE Standaard 
	BeknoptCONTACT Ruud Both Zwingelspaansedijk 4 4793 SH Zwingelspaan (gem. Moerdijk) tel: 06-41420880 stuur een e-mail BEHEER Inloggen Overzicht beschikbare kwartierstaten  | 
 | 
![]() »» juli  | 
![]() »» Vrolijke landlieden (Adriaen Jansz. van Ostayen, 1648)  | 
♦ Hij test. Melissant 21-4, 28-4 en 13-5-1704.
![]() »» Laantje van Middelharnis (Meindert Hobbema, 1688)  | 
♦ Koopdag, waarbij Barend bomen verkoopt (N.A. Stad a/h Haringvl., inv.nr. 1028, 21-6-1702)
♦ Bij de taxatie voor de 200e penn. van Dirksl. (1676) betaalt zijn weeskind 8-5-0 (O.V. 1995, pag. 318).
♦ Het echtp. test. Dirksl. (hij ziek) 8-5-1670.
♦ Betaalt in 1674 te Nieuwe-Tonge 17-10-0 aan de 200e penn. (O.V. 1995, pag. 314); zie ook A.R.A., heerlijkh.arch Grijsoort, inv.nr. 39, 1670-1671 en idem R.A. Middelharnis, inv.nr. 3, fol. 60, 22-3-1683.
♦ Zie voor haar en haar voorgeslacht O.V. 1988, pag. 537-543.
«« Enkele ring te Sommelsdijk♦ Het echtp. Both-Plockhooy bezat een boomgaard van 180 r. in den Wildeman, een schuur aan de n.-zijde van de Venusstr., een huis aan de w.-zijde van de Enckelen Ring en tevens een huis aan de w.-zijde van de Gorcumstr. te Sommelsdijk; invent. van haar bezittingen in N.A., R.A. Sommelsdijk, inv. nr. 37, 9-11-1701.
♦ 1633 akte van uitkoop (R.A. Dongen, inv.nr. 100, fol. 99r., 1633), 21-2-1653 hij verm. als "toesiener" (R.A. Dongen, inv.nr. 104, fol. 92r. en 93r., 106r. en 182r. (21-2-1653), 1659 verkoop van een steede met huis (R.A. Dongen, inv.nr. 105, fol. 144v.).
♦ Voor zijn testament (16-6-1657) zie R.A. 's-Gravenmoer, inv. nr. 19, fol. 30v.-31 en inv. nr. 98, fol. 98 (11-12-1657); zie verder nog inv. nr. 47 (6-1-1644), inv. nr. 37 (19-1-1644), inv. nr. 98, fol. 132v. (27-5-1661) en inv. nr. 38 (8-12-1661).
♦ Hij verm. Capelle 27-4-1628 (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv.nr. 61, fol. 337), nogmaals 26-5-1631 en 28-1-1632 (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv.nr. 62, fol. 55 en fol. 106); op 29‑01‑1642 koopt hij van Claes Peeters Trip samen met Sebastiaen Peeters de Roij voor de helft "de helft van een huijsinge mette helft van het ackerlant daeraen behorende gelegen aen de oijstsijde vande Nieuvaert waer suijden naest geerfft is Adriaen Woueters.. enz." (R.A. 's‑Greveld.‑Capelle, inv.nr. 63, folio 92v.); op 9-1‑1648 is er een erfd. tussen hem en Jan Wouters zijn broer (R.A.'s‑Greveld.‑Capelle, inv.nr. 64, fol. 92); ter zijde: de borgemeester of schatheffer, benoemd voor 1 jaar, was iemand die in persoon garant of borg stond voor het innen van de belastingen binnen de heerlijkheid; hij was verantwoordelijk voor de gehele financile dorpsheerlijkheidsadministratie; en borgemeester werd aangesteld door de heer, een ander door de inwoners van de gemeente.
♦ GTMWB 1984, pag. 129 en 1985 pag. 200.
♦ Erfd. met broer Adriaen, die dan schout is (12-2-1677).
♦ Zij test. Vrijhoeve 16-10-1675; de erfd. is op 11-1-1680; zie ook De Brabantse Leeuw 1957, pag. 17-22.
♦ Op 23-01-1644 koopt hij van zijn zuster Lijsken Jans de Leeudr., gehuwd met Corst Berntss. hun hele portie uit de erfenis van hun vader Jan Tonis (R.A 's-Greveld.-Capelle, inv.nr. 63, fol. 130v.); "Opten 02-04-1645 compareerde Peter Janss. de Leeu, Henrick Peterss. Ocker als man ende voocht van Jenneken Jans de Leeu, Henrick Corstiaenss. de Bie als man ende voocht van Maeijken de Leeu, Tonis Rutten als man ende voocht van Anna de Leeu ijder voor haer selven ende hebben t'samen overgegeven met eender vrijer gifte soo als recht is aen ende tot behoeff van Jan Thoniss. de Haen haere neve, etc. (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv. nr. 64, fol. 23v.); hij wordt verm. op 19-05-1646 met zijn broer Tonis (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv. nr. 64, fol. 53v.); op 15-01-1649 verm. bij de erfdeling van Henrick Peeterss. Ocker (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv. nr. 54, fol. 117); op 03-06-1653 verkoopt Jan Toniss. de Haen aen Peter Janss. de Leeu, sijnen oom sijn portie ende gerechticheijt in seeckere dellen ende gronden etc. (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv. nr. 64, fol. 214); op 21-04-1654 koopt hij van Ocker Melsen (Schep) " als man ende voocht van Maeijken Joosten van Campen een perceeltken ackerlant" voor 100 Car. guldens (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv. nr. 64, fol. 239v.); op 17-01-1662 koopt hij van Cornelis Peeterss. Ocker en zijn twee broers Jan en Henrick al hun rechten in de nagelaten gronden van Jan Toniss. de Leeu voor 25 Car. guldens (R.A. 's-Greveld.-Capelle, inv. nr. 65, fol. 49).
«« Het particuliere poldermuseum te Noorden bezit een verzameling gereedschappen en gebruiksartikelen die gebruikt werden in de tijd van de turfwinning in de Nieuwkoopse polder, maar ook een fraaie serie opgezette zoogdieren en vogels; in de collectie vindt u de volgende beroepen terug: turfsteker, rietsnijder, mosplukker, eendenjager en visser.
♦ Mogel. afkomstig van Lexmond.
♦ Raedemaecker is wielmaker.
♦ De D.T.B.-boeken van Jaersveld werden in 1787 bij de inval der Pruissische troepen ontvreemd uit het huis van de predikant; er werd een oproep gedaan aan de inwoners om opgave te doen van de doop-, trouw- en begraafgegevens, waardoor een groot deel kon worden achterhaald.
♦ Mogel. afkomstig van Katwijk.
♦ Prometheus X, pag. 150.
♦ Beiden dg. Nieuwkoop 28-4-1680
♦ Beiden dg. Nieuwkoop 14-12-1676
♦ Het gezin verhuisde in 1679 naar grondgebied Bodegr. of Woerden, omgeving Waarder.
♦ Beiden verm. Bodegr. 1687-1696.
♦ Beiden lidm. Waarder (tegen 26-9-1683); hij diaken "int Laegheijnde van Langeweijde" (1685, 1695); attest. naar Nieuwkoop 16-7-1698.
![]() »» Emmerich am Rhein  | 
♦ Getuige bruidegom: Huybert Henricxz de Wijler, oom, Langebrugge.
♦ Getuige bruid: huysvrouwe van regent Mercijs in 't Franse Collegie (Bekende).
♦ Getuigen bruidegom: Dirck Claesz van Heyningen, vader, Cellebroedersgraft.
♦ Getuigen bruid: Maertgien Jans van Coedijck, moeye, Vliet.
♦ Eigenaar graf 8 in de Cunerakerk (1648); het betrof een kelder en 17 stenen; op de tweede lijst staat vermeld dat de kelder aangeboden is aan diens weduwe; op de derde lijst staat zij als eigenaar vermeld; de vierde lijst vermeldt als eigenaar "De erfgen(amen) van Evert Buddingh door de huysvrou van Jacob van Manen"; waarschijnlijk zijn dit de erfgenamen van Rutger Buddingh, want zij komen als zodanig voor op de lijst uit 1719; op de volgende lijst staat de raad Rutger Buddingh als eigenaar vermeld; in 1787 is hij reeds overleden en zijn diens kinderen eigenaar; hij was in 1648 tevens eigenaar van graf 20 en 34, na hem zijn wed., later van graf 230 waarin hij Evert Buddinngh opvolgde en graf 236, opgevolgd door zijn erfgen. en de raad Rutger Buddingh; hij is waarsch. inner van het haardstedengeld van Veenendaal 1665 en wordt daar verm. in het gebied "Slaperdijck aff oostwaerts op naer de Kerckewijck toe...totten Roden haen" als eigenaar van 1 en gebruiker van 2 huizen.
♦ Van hem vele akten, hier een deel ervan; in 1648 eigenaar van graf nr. 11 in de Cunerakerk te Rhenen; lidm. aldr. in de Heijrstraet. met zijn huisvr. (25-12-1654); koopt op een boedelveiling een manteltje en een schort, een tafellaken en een aantal servetten (14-2-1658); levert "vleijsch en schoenen" (7-3-1661); koopt met zijn vrouw 350 r. land (18-12-1663); Paulus Taets, schepen, ziek te bed liggende, en Gerritge Jans, gezond van lichaam, maken langstlevende testament (26-11-1664); zn. ds. Cornelis Taets, predikant te Wadenoyen etc. compareren als kinderen van Paulus Taets, schepen van Rhenen, overleden (14-7-1680).
♦ Waarsch. dr. van mr. Jan de Kock, die als eigenaar van graf 194 verm. wordt in de Cunerakerk (1648).
♦ Hij ligt, bijna zeker, anno 1649 in de Cunerakerk begr. in graf nr. 5 (artikel in het tijdschr. "Oud-Rhenen", 1996, pag. 359, met verm. van het wapen).
♦ Wo. Rhenen "De stadts courtequarde" waar hij voor 3 haardsteden schoorsteengeld moet betalen (1665); vanaf 1648 eigenaar van graf 189 in de Cunerakerk te Rhenen.
«« Herberg en stalhouderij De Roskam te Weesp aan het Smal-Weesp♦ Jacob werd al eerder toegelaten tot de Tafel des Heeren op conditie dat hij zijn attest. zou inleveren (10-4-1626).
♦ G.N. 1963 pag. 331 en 1966 pag. 73 vv.; het kwart. is historisch juist, maar sommige data zijn waarsch. verkeerd overgenomen.
♦ Hij trouwgetuige te Leiden op 1-5-1653 als zijn "zwager" Stoffel Jansz Anckernijs hertr. met Annetgien Cornelis, wed. van Lambert Jans van den Brouck (nr. 5118); hij test. Leiden 12-8-1662.
♦ Trouwgetuige te Leiden op 15-8-1647 bij dr. Anna met Mathijs Marreboot, lakendrapier, op 10-6-1659 bij dr. Catharyna met Willem van Quaeckenvall, wolscheider en op 20-10-1662 bij Marya met Joris Dircks, timmerman (nrs. 1278-1279).
♦ Hij moet rond 1635 al belangen in Noordwijk gehad hebben, want hij wordt verm. in het brandgeweerregister van 1635.
♦ Verm. brandgeweerregister Noordwijk (1635); Dirck Cornelis Truff, verm. Noordw. 5-4-1644 (R.A.Noordwijk, inv.nr. 173) en 4-5-1651 als "Anthonis Janszn. smit oom en voogd van Jan Adriaenszn. zoon van Adriaen Dirckszn. scheepmaker verkoopt Dirck Corneliszn. Truff een huis en erf gelegen te Noordwijk op Zee, belend NO Adriaen Corneliszn. backer weduwe, ZO het huis en erf van Jeroen Dirckszn., ZW de gemene weg en NW Joost Janszn. voor 440 gulden contant" (R.A. Noordwijk, inv.nr. 174, fol. 24v.).
♦ Pieter Floris Admirael, verm. te Noordwijk 1638/1639 en op 14-5-1643 (R.A. Noordwijk, inv. nr. 173) en zijn tweede vrouw aldr. 26-5-1647 "Oude Maritje Jansdr. weduwe Adriaen Claeszn. met Willem Adriaenszn. Graeff haar gekoren voogd ruilt haar huis en erf gelegen te Noordwijk op Zee tegen de helft van een huis en erf van Maritje Jansdr. weduwe Pieter Floriszn. Admirael (R.A. Noordwijk, inv.nr. 174, fol. 151).
![]() »» Rustig weer (Kleine Hollandse schepen en een roeiboot,Willem van de Velde de Jonge, ca. 1662, privcollectie)  | 
♦ Koopt 6-6-1669 van Jan Jacobs van Sonnevelt en zijn vrouw Leentje Harmans Moeyman een huis gelegen aan het Plein te Noordw. (R.A. arch. Noordw., inv,nr. 179) en nogmaals een huis te Noordw. van Jacob Claes Vinck uit Rotterdam (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179, 20-5-1671); hij wordt veroordeeld tot het betalen van 2 maal 10 ponden aan de dorpsarmen omdat hij op 23-1-1680 zijn schuit met schelvis op het strand had verkocht, zonder dat de afslager van de vis er bij aanwezig was (R.A. Noordwijk, inv. nr. 44, fol. 32 vso.); op 21-4-1681 verkoopt hij aan "Jan Hendrickszn. van Dam wonende aldaar een huisje en erf gelegen op het Noordeinde aldaar, belend NO de Grafelijkheids Wildernis, ZO Gijsbert Jacobszn. van Sonnevelt en ZW en NW de voorsz. Wildernis, belast met 12 st 8 p erfpacht, alles volgens de oude waarbrieven, daarvan de jongste is van 24-6-1663, voor 40 gulden contant (R.A. Noordwijk, inv.nr. 181, fol. 179); op 8-11-1697 en 8-5-1698 verkoopt hij een huis aan de Herrewege in het Noorteijnde te Noordw.; dit derde huis werd al verm. op 18-12-1669 "Jacob Bancraszn. van Uyttenhoven wonende te Noordwijk op Zee is schuldig aan Mr Johan Moerbergen 40 in rade te Leiden 300 gulden met waarborg zijn huis en erf gelegen op het Plein te Noordwijk op Zee, belend ZO de kinderen van Trijntje Arentsdr. en NW Jacob Janszn. van Sonnevelt, strekkende voor van het voorsz. plein tot achter aan Maertje de Rot en op een huis en erf gelegen aan de noordzijde van Noordwijk op Zee, belend NO de schuldenaar, Jacob Floriszn. en Jongkint, ZO dezelfde Jongkint, ZW de weg en NW Sybrant Hendrickszn. Kunst en nog een huisje en erf aldaar gelegen op het noordeinde, belend NO en W de Wildernis, Z het voorgaande huis en erf, O Jacob Floriszn. en Jongkint en N de Oostweg of het voetpad" (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179).
♦ Verkoop van een huis aan de Voorwech aan zijn schoonzoon Maarten Cornelis van Dobbe (14-2-1696).
♦ Het echtp. test. Noordwijk 5-1-1695 onder vermelding dat zij niet geboekt staan in de 200e penn.; zijn moeder, die dan nog leeft, wordt een deel van de erfenis geschonken. (A.R.A., N.A. Noordwijk, inv. nr. 6289, fol. 28).
«« Kuiperij te Katwijk♦ Zijn nering was niet welvarend want op 18-7-1653 werd diens huis aan de Groenmarkt bij onvrijwillig decreet verkocht (O.V. 1980, pag. 381).
♦ Haar kwartierstaat in O.V. 1980, pag. 381 vv.; zij wordt op 23-9-1639 verm. in het testament van haar grootmoeder (G.A. Den Haag, N.A., inv.nr. 70).
♦ Wo. bij het dorpsplein (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179, 31-3-1669).
♦ Bij beide huwel. geassisteerd door Pieter Smits, mathematicus, zijn voogd.
♦ Bij huwel. geassisteerd door Marselij Aernouts, haar moeder.
![]() »» Deel van de kaart van Rijnland (Floris Balthasarsz. van Berckenrode, 1616)  | 
♦ Wo. Middelstegraft bij huwel.
♦ Bij huwel. wordt zij geassisteerd door Grietge Barents, haar moeder, beiden wo. Coenesteech.
♦ Dit echpaar is omstreeks 1662 in Zwolle komen wonen (waar verscheidene kinderen werden gedoopt) en omstreeks 1671 verhuisd naar Leiden.
«« De ommuurde stad Zwolle is te zien vanaf het Zwarte Water, de verbinding van Zwolle met de Zuiderzee. Met de kraan op de kade buiten de stadsmuur werden de schepen gelost. Links daarvan is de middeleeuwse stadsmuur met de ronde toren te zien, rechts is al een begin gemaakt met de aanleg van de nieuwe stervormige vesting. De twee grote kerken in de stad, de Grote of St.-Michalskerk met torenspits en de Onze Lieve Vrouwebasiliek met toren steken hoog boven de bebouwing uit. (anonym. begin 17e eeuw)
![]() »» Geertruidenberg (Kopergravure, Frans Hogenberg, 1573)  | 
♦ Wijnverlater is iemand die beroepshalve wijn overhevelt om de wijn te klaren en waarbij de droes achterblijft.
♦ Haar doopgegevens zouden zijn: ged. Utrecht (Geertekerk) 26-12-1629, maar aangezien zijn in 1678 nog te Leiden bevalt van een dr. Marijtje is dit niet erg waarsch.
♦ Claes leefde in 1680 van de diaconie en woonde met zes kinderen (3 tussen de 4 en 8 jaar, 1 boven de 8 en 2 boven de 10) in de Weststraat Westzijde perceel 357a.
«« Emanuel van Potugal gehuwd met Emilia van Nassau♦ Bij de doop van een van hun kinderen (nr. 1352) trad als getuige op Emanuel, prins van Portugal, ex-Carmeliet, kolonel in Staatse dienst en sinds 1656 gouverneur van Steenwijk, vertegenwoordigd door Anthonij Keijser van Bollant; zij o.a. verm. als dg. te Delft (Doopboek Oude Kerk, inv.nr. 11, fol. 155, 20-12-1679) en later nog aldr. op 31-7-1681.
♦ Hij veroverde met 10 andere bootsgezellen o.l.v. Theunis Bastiaens Buijs een Engelse kits voor het dorp, geladen met zout; het schip werd opgebracht naar Enkhuizen (15-1-1674); de handelingen vonden plaats in het kader van de 3e Engelse Oorlog (vrede Westminster 19-2-1674).
♦ Verm. als wed. in de Nobelstr. n.zijde in de blaffaart van Scheven. (ca. 1680).
![]() »» Strand bij Scheveneningen (Jan van Goyen, 1646, Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid)  | 
♦ Verkoop het huis van zijn moeder, gelegen in de Keyserstraet Oz. voor f 460,- aan Adriaentje Arents wed. van Job Jacobsz en Aechjen Arents zuster van Adriaentje Arents (Akte van Transport, inv.nr. 2017, fol. 35, 19-3-1646).
♦ Frans woont in 1671 Toorenstr. nz. (= Wassenaarsestr.); Jannetje Jacobs Molenijser, wed. van Frans Arents van Binckhorst, zeeman, wo. in 1680 nz. Molenijserslop met 1 kind boven de 10 jaar.
♦ De naam Harteveld komt in die periode niet voor in de kerkboeken van Zandvoort, wel in die van Maassluis en Bleiswijk.
♦ Hij is mogel. zoon van Gillis Arents en Cnira (Cunera, Kniertje) Reijers.
♦ Zij is blijkens een akte van 16-9-1681 zuster van nr. 6109 en zou dan als achternaam hebben Stouthart; dit is echter niet zeker; voorlopig laat ik de verdubbelingen Stouthart nog wel volgen; bij haar 2e huwel. wordt verm. "beiden van Scheveningen".
♦ Het echtp. wo Weststr. o.zijde (1680).
♦ Voorvaderen van hem zullen zijn Sent Jans, biervoeder, wiens weeskind Jan Centen, lijndraaier, geh. met Jannetje Joris (sic!) te Scheven. worden verm. als Jacob Lenarts (zie graf 43 Oude Kerk) ten behoeve van Jan Centen en zijn vrouw een som geld ontvangt uit handen van de weesmrs. (Weesk. 126, fol. 32, 20-3-1566); Jacob Lenarts, lijndraaier, kerkmr. Scheven. (1570), schepen van Scheven. in Den Haad (1571-1572) was eveneens geh. met een Jannetje Joris (sic!); zij was dr. van Joris Ottens, verm. Scheven. 18-5-1542, eerste deurwaarder van het Hof van Holl., begr. Den Haag 1-5-1563; op 17-5-1572 een akte van Transport (R.A. Den Haag, fol. 234) waar na het overl. van Joris Ottens als erfgen. worden genoemd Jan Centen, geh. met Jannetje Joris en Jacob Lenarts geh. met de andere Jannetje Joris; de beide Jannetjes zijn mogel. zusters.
♦ Begr. Oude Kerk 31-7-1644 "de huysvrouw van Jan Centen in de kerck voort choor int 9e graff int 13e pleyn".
«« Haringbuis die zijn vleet binnenhaalt♦ Leeft van de diaconie (1680).
♦ Nam mogel. de achternaam van zijn vrouw aan.
♦ Test. meerdere malen; zijn laatste testament (N.A. Den Haag, inv.nr. 473, fol. 328, 22-2-1677) waar hij praelegateert aan Aeltje Dircks de Krae, huisvr. van Arent Aerents Beetjecoecks (nrs. 2904-2905) het huis waar hij in woonde; zijn kleinkinderen Philips Arentse Spaens en Geerlof Arentse Spaens, kinderen van wijlen zijn dr. Lijsbeth deelden in zijn erfenis; Lijsbeth was geh. met Aryen Arentse Spaens (nrs. 1416-1417); graf 82 n.-zijde Oude Kerk, 65 x 70 cm., wapen uitgesleten: HIER RUST DIRCK PHILIPSZ./DE KRAE-N SYN LEVEN/XXVII ACHTEREENVOLGENDE / IAER..SCHEP...VAN SCHEVENINGEN/ TERF DEN......MDCLXXXI ENDE/SYN HUYSVROV/ANNETIE GERRITS/STERF DEN X FEBRUARY/ MDCLXXVII ; zie ook Blooys van Treslong Prins, pag. 448, nr. 7).
♦ Zij werd aanvankelijk begr. in graf 115 Oude Kerk onder een kleine tegel gemerkt DFK (Tussen D en FK een huismerk), lees Dirck Philips de Krae, maar na zijn dood herbegr. in graf 82 bij haar man.
♦ Rookje (zie nr. 2957), Gerritge en Gchuijtge zijn juni 1640 weeskinderen van dit echtp. (G.A. Den Haag, Weesk. inv.nr. 144, fol. 40).
♦ Zij was 19 jaar op 6-6-1616 en test. Den Haag 5-8-1659 (O.N.A. 's-Gravenhage, inv.nr. 193, fol. 419)
♦ Haar grootvader was haast zeker Cornelis Spierinckhouck, "schamel edelman" en herbergier in de Keizerstraat (1583), schout van Scheven. (1584, 1588, 1590-1591), overl. aldr. 1-2-1594 (grafsteen met wapen), tr. Elisabeth Dircks, zij overl. na 1609; vriendelijke mededeling van dhr. J.M. Keus, Fagertunvn 149, N-1342 Jar, Noorwegen: In De Oude Kerk te Scheveningen door G.'t Hart staat op pag 66/67 het volgende over dit geslacht: grafsteen 67, 157 x 87 cm. mdaillon met wapen en dekkleed, helmteken een vlucht (uitgesleten): HIER LEIT BEGRAVEN CORNELIS SPIERING....OP SCHEVE.... 15 JAR.... VT VD DE HOVT......VAN HOLLANT....1594 DE ISE......; de naam Spiering of Spieringcxshouck werd gebezigd door het zelfde geslacht, dat enige tijd te Scheveningen notable personen heeft opgeleverd; in een attestatie d.d. 27 dec. 1561 komt een Spieringcxhouck voor, schout van Scheveningen, een op dat tijdstip reeds lang overleden persoon; in de aanvang van de 16de eeuw bekleedden leden van dit geslacht te Scheveningen regeringsfunkties, welk geslacht waarschijnlijk al of niet wettig afstamt van de adelijke familie van die naam; in het begin van de 13e eeuw stond het slot Spieringcxshouck tussen Vlaardingen en Schiedam bij de Vijf Sluizen; het huis kwam in 1229 in handen van Herman van Poelgeest, die zich als eerste eer van Spieringcxhouck noemde; in 1351 werd het slot door Kabeljauwen verbrand; vele leden van het geslacht Sp. vinden wij later in magistraatfunkties in Den Haag en Delft terug; in 1584 en 1588 blijkt Cornelis Willemszoon Spieringcxhouck schout van Scheveningen te zijn; op 31 mei 1585 verpachtte de Rekenkamer aan Cornelis Spieringcxhouck, schout te Scheveningen een erfje aan de w.-zijde van de Keizerstraat; in 1588, toen de kerk gerepareerd werd, ontving hij voor verteerdekosten 26 pond; Cornelis had droogtuinen en beoefende dus de visnering (zijn erf lag bij de Wassenaarsestraat); hij overleed 1-9-1594; zijn wed., Lijsbeth Dirks compareerde 22 febr. 1595 voor de Weeskamer; daarbij waren aanwezig Adriaen Spieringcxshouck, bode van de Raad van State, een oudoom van de weeskinderen; deze kinderen waren: Willem Cornelisz (1578), Cathelijne (1582), Adriaen (1584), Dirck (1585), Anna (1587), Jacob (1589) en Vincent(1593); Lisbeth Spieringcxshouck komt nog voor in het schoorsteengeldkohier van 1606; het wapen op de zerk is afgesleten; dat van de adelijke familie was: in zwart 3 zilveren rozen met gouden hart, geplaatst 2 en 1; op de zerk staat: -VT VAN DEN HOUT--VAN HOLLANT, hetgeen waarschijnlijk aangeeft dat Cornelis Willemszoon Spieringcxshouck behalve schout van Scheveningen, tevens subsituut van de Houtvester van Holland was; het archief der Houtvesterij (A.R.A) geeft daarover geen uitsluitsel.
![]() »» Gezicht op Scheveningen met centraal de Oude Kerk (W.G. Muller, 1875, particul. bezit).  | 
♦ Zij is geb. Loosduinen ca. 1640 en zuster van nr. 3055.
♦ Het gezin van Jans ouders bestond uit Annetje Cornelis Jol, ged. A'dam 28-3-1621, overl. vóór 1642, de hierboven vermelde Jan en Cornelis Cornelis Jol, ged. A'dam 20-7-1628, laatste otr. A'dam 6-9-1653 Trijntjen Frerix, dr. van Fredrick Wouters Wisschers of Visscher en Ybel Arents; hij was schipper op Oost-Indië in dienst van de V.O.C. en nam als kapitein (bijgenaamd "Hola") van het schip van oorlog "Leyden" deel aan verschillende zeeslagen in de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654); beide broers traden duidelijk in het voetspoor van hun vader; het jacht "Bloemendaal" van 220 ton werd gebouwd in Amsterdam en kwam in 1654 in het gebruik van de V.O.C. (kamer Amsterdam) met als schipper Jan Kornelisz. Jol; het vertrok van Texel op 4-12-1654, rondde tussen 3-4 en 15-4-1655 Kaap de Goede Hoop en bereikte op 11-6-1655 Batavia; dan volgt samen met het schip de "Koudekerke" een belanrijke reis naar Kanton om het eerste gezantschap van de V.O.C. naar het hof in Peking te brengen; de schepen vertrokken uit Batavia op 19-7-1655, verloren elkaar uit het oog tijdens een zware storm op 10 aug., waarbij de "Bloemendaal" het zwaar had te verduren, maar op 5-10-1655 (een maand na de "Koudekerke") wist de "Bloemendaal" toch Kanton te bereiken; het jacht maakte daarna nog reizen naar Decima, Cambodja en Taiwan; in 1666 werd het schip opgelegd te Batavia en verkocht; Jol wordt als schipper verm. op dit schip tot 16-10-1658 (Uitvoerig bronmateriaal op de VOC-site/schepen/Bloemendaal).
«« Een pinas of jacht van de V.O.C.♦ Begr. "op 't Kerckhof achter het Choor".
♦ Coh. Schevening. 1680, gezin 413 "Jacobje Cornelis wed. Arent Arents Schieman, visscher, 1 Vrouw, 1 kint booven 10 jaer, 1 kint booven de 8 tot 10 jaer".
![]() »» Kust bij Scheveningen (Jan van Goyen, 1645, Hermitage St. Petersburg)  | 
♦ Verm. als man van Aeltie Dircks Krae, broer van Leendert Arents, Jan Arents, Trijntie Arents, Cornelis Arents Coeck en wijlen Maertie Arents Coeck (Met zijn handmerk in N.A. Den Haag, inv.nr. 1359 en 1360, 11-5-1686 en 10-1-1689).
♦ Verm. als vrouw van Arent Arents Beetje Coeck, tante van moederszijde van Geerlof Arents Spaens en Filips Arents Spaens (11-5-1685).
♦ Wo. als wed. Keizerstr. w.-zijde (1680).
♦ Op 3-12-1658 koopt hij een huis in de Keizerstr. waar hij blijft wonen tot zijn dood.
♦ Begraven "Neeltie Arens de vrou van Kees Sijmense", Scheven. 14-3-1685.
♦ Een voorvader van hem was mogel. Bastiaen Reijnen, vuurboetmr. te Scheven. (1590, 1593, 1601), overl. v��r 1606, tr. N.N., overl. na 1606, wanneer zij wordt verm. in het schoorsteengeldcoh.
♦ Zij moest belasting betalen en was zeker niet arm.
♦ Weesboek I, Katwijk aan Zee "Americk Arentszn. erft van zijn Moeye zaliger Leendertje Gerrits" (30-04-1647).
♦ Dirck Cornelis en Trijntje Arends worden in het Hoofdgeld van Katwijk anno 1623 niet genoemd; het mag dus worden aangenomen, gezien de geboorte van hun kinderen, dat zij tussen 1623 en 1630 van elders naar Katwijk komen.
![]() »» Massastranding van potvissen bij Ter Heijde 22/23 november 1577 (Ets van Johann Wierix)  | 
♦ Hij koopt 24-2-1648 een huis benoorden de kerk voor f 200,-.
♦ Hij bezat een huis op "den heer van Wassenaerstraetje" te Scheven. (mei 1649 en 11-11-1665), dat op 26-6-1688 verkocht werd; graf 91 Oude Kerk, begr. "op 't koer in sijn eijgen graf nr. 117 M.X.M."; ook op 15-12-1737 wordt gesproken van ditzelfde graf, een tegel van 26 bij 27 cm. gemerkt M.X.M. ("De Oude Kerk te Scheveningen", G. 't Hart, uitg. Geschiedkundige Ver. "Die Haghe", 's-Gravenhage 1960, pag. 46).
♦ Deze kwartieren heb ik ooit overgeschreven; het echtp. komt niet voor in de Blaffaart van Scheven. 1680.
♦ Begr. als Arent den Backer.
♦ Zij waarsch. geb. Delft of Den Haag.
♦ Wo. in 1680 als wed. met 3 kinderen boven de 10 jaar en 1 kind tussen de 4 en 8 jaar te Scheven. in het "Wederom voore".
![]() »» Grafsteen Roockje Eeuwits met het merk van H.C. Visge  | 
♦ Visge is waarsch. een bijnaam; de echte Cornelis Heijndricks blijft voorlopig verborgen tot nadere datum.
♦ Transport van een huis in de Nobelstr. door Rookje Eeuwits, wed. van Cees Heijn Visge (R.A. Den Haag, inv.nr. 389, fol. 593, 9-9-1682); bij een ander Transport wordt zij nogmaals verm. (R.A. Den Haag, inv.nr. 389, fol. 610, 1-12-1682); graf 112 Oude kerk met initialen en achter H.C. (Heijn Cees) als merk een vis; op 13-3-1643 kondigde Rookje aan te gaan trouwen en ontving toen haar erfenis van 47 pnd. en 6 schell.; haar man heette Cees Heijn Visge; de omzetting van de voornaam Cees Heijn in Heijn Cees was in Scheven. niet ongewoon.
♦ Begr. in de Oude Kerk in een eigen graf, achter de stoel van Pals, gemerkt Jaepje Jans.
♦ Waarsch. begr. graf 57 Oude Kerk. De beschrijving van dit graf is als volgt: 26 x 28 cm., fragment van een zerk zonder inscriptie, met een huismerk (Het huismerk vertoont veel overeenkomst met dat van Dirck Cornelis Buns of Buijns, die 4-2-1603 het contract van de visafslag tekende, O.A. 3421); Een voorvader van hem is mogelijk Dirk Buijns (Buns), verm. coh. 10e penn. (1543, 1553), overl. vr 1556; zijn wed. wo. Pastoorstr. (1561-1576).
♦ Gezien de opm. hierboven moet zij haast zeker zijn 2e echtgen. zijn geweest.
♦ De erfgen. van Joris Dircks geven toestemmimg het leen te verkopen (N.A. Leiden, notaris Nicolaes van Boeckhorst, 30-4-1667).
♦ Trijntgen wordt verm. in de Weeskamer van Leiden 7-12-1640 i.v.m. een voogdijstelling omdat haar moeder is overl; zij is dan oud omtrent 11 jaers en haar broerje Pel 8 jaar, haar zusje Neeltje, ged. Warmond 9-6-1630 is dan overl. (G.A. Leiden Voogdenboek C, fol. 111 (1614-1627).
![]() »» Portret van Constantijn Huygens met zijn kinderen (Adriaen Hanneman, 1640, Mauritshuis); de beroemde Haagse portretschilder Adriaen Hanneman was rechtstreekse familie van nr. 2986  | 
♦ Katholiek dopen en trouwen is in de omgeving van Noordwijk nooit geschied (welwillende mededel. gem . archivaris Leiden); mogelijk heeft een rondreizende kapelaan gedoopt en getrouwd in die omgeving en zijn zijn aantekeningen verdwenen; Philip en Eva zijn niet r.k. gehuwd te Den Haag of Leiden; wel laten zij te Leiden r.k. dopen 13-2-1662 Cornelia, dg. Achien Jans i.p.v. Jacob Jans van Sonnevelt en Anna van Loo(n) i.p.v. Grietje Corssen; Philip wordt samen met zijn broer Jan en beide zusters Anna en Pieternella als meerderj. verm. na het 2e huwel. van zijn vader. (N.A. arch. Noordwijk, 28-10-1657), hij wordt wederom te Noordw. verm., wonend te Rijnsburg als hij het huis van zijn vader, schout van Oude Tonge, aan de Voorstr. verkoopt aan Bartholomeeus van der Can , chirurgijn (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179, 15-5-1669) en nogmaals als erfgen. van Willem Philips van Loon (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179, 5-11-1670); vervolgens te Den Haag (N.A. nr. 472, fol. 93, notaris V. Louckens (12-10-1671) en nogmaals aldr. als erfgenaam van zijn vader 23-11-1671 (N.A., Den Haag, inv.nr. 484, fol. 335, notaris W. van Millert); hij ontbreekt echter - waarschijnlijk niet vanwege zijn r.k. achtergrond - maar eerder door een verschrijving van een klerk, die een omvangrijke akte moest overschrijven en een deel ervan oversloeg, op een akte van 29-4-1672 (N.A. Den Haag, inv.nr. 448, fol. 117, notaris G. Valatte); zie voor dit echtp. o.a. R.A. Rijnsburg, inv. nr. 7, fol. 99, R.A. Noordwijk, inv. nr. 180, fol. 95 en R.A. Noordwijk, inv. nr. 261, dossier Hanneman in C.B.G. met name de brieven gedateerd 10-11-1966 en 14-5-1970 en het artikel verschenen in de N.L. 1953, kol. 99 vv. Uit het huwelijk van hun dr. Grietje Philips Hanneman met Willem Joris van der Does (nrs. 1492-1493) wordt ook een Eva geboren, genoemd naar haar grootmoeder.
♦ Van Eva Jans (van Sonnevelt?) is praktisch niets bekend; zij komt voor in het R.A. Rijnsburg, inv. nr. 21, fol. 11 en is dan 41 jaar oud; omdat de akte qua inhoud opvallend is laat ik haar hier integraal volgen: Eva probeert een ruzie te sussen tussen de de chirurgijn Philips van Loon, neef van haar echtgenoot -nogal rumoerig en opstandig, kennelijk dronken- en de herbergier van de "Vergulde Valck" te Rijnsburg, Dirck Pieters van Brouckhuisen:
"Wij ondergesch(revenen) Eva Janss. ende Dirck Pietersz. van Brouckhuijsen verclaren mits desen onder onse handt en(de) signerende hoe dat op den 7 en Feb(ruari) 1673 des avonts ontrent seven ofte achte uijren ten huijse van mijn Dirck Pietersz. voorn(oemt) uijt der name van eenen Mr. Philis van Loon is gecoomen een jonge eijschende bier voorden voorn(oemde) mr. Philips van Loon, 't welck Dirck Pietersz. heeft geweijgert te geven ten waere mr. Philips gelt daer bij stierde. Ende dat daerop vervolgens van wegen den voorn(oemde) Philips van Loon een meijt sijnde de dienstmeijt van Philips Hanneman is gecomen aende huijsinge van Dirck Pietersz. voorsz(eijt) omme bier voor den voorn(oemde) Philips van Loon te haelen, 't welck Dirck Pietersz. als vooren heeft geweijgert te geven seggende hij moeste gelt hebben dat daerop den voorn(oemde) Philips van Loon met een groote moetwille is coomen in vallen inde huijsinge van Dirck Pietersz. voorsz(eijt) vloeckende ende swerende met sijn gebloote rapier inde handt tegen den voorn(oemde) Dirck Pietersz.: in specte dese woorden ghij dicken duijvel ghij sult mijn bier geven off ick sal u doorsteecken - 't welck Dirck Pietersz. dester weijgerende, soo heeft hij van Loon een ducaton uijt sijn sack gehaelt ende aen Dirck Pietersz. behandicht doch deselve datelijck wederom geeijscht vloeckende ende tierende soodanich dat sij Eva Jans de ducaton van Dirck Pietersz. weder crijgende deselve om verder moeijte ende swaricheijt voor te coomen aen Mr. Philips van Loon wederom gaff, die daerop vier stuijvers heeft gegeven om bier te hebben Vloeckende ende swerende bij lijff ende ziele hij soude Dirck Pietersz. waer hij hem vonden soodanich doorsteecken dat hem de darmen uijt den buijck soude hangen. Ende is alsoo slaende ende sweerende in het huijsraet van Dirck Pietersz. ten huijsen uijtgegaen. Alle twelck voorsz(eijt) wij ondergesch(revenen) verclaeren... enz."
Op 8-3-1673 werd de verklaring herhaald voor de welgebooren mannen van Rijnsburg in opdracht van de schout.
♦ Hij nam de achternaam van de oom van zijn moeder aan.
![]() »» Piekenier die de spies op ooghoogte houdt; zijn leren kuras is van voren langer dan van achteren.  | 
♦ Hij test. aldr. 6-12-1683.
♦ Zij bezaten teelland en weij off hoijlandt alsmede een huis.
♦ Zijn minuutakten in N.A. Den Haag (1650-1676, 10 banden).
♦ Huwel.getuigen schout Paauw, Maria van Medemblick, Cornelia Paauw, Jannetie Pauw, Hendrina Pauw, Pieter Davidts, Barbara Pauw, Jan van Medemblick, Matthijs van Borculo, Ida van Medemblick, Johannes Wintercamp, Cornelis van Medemblick, Baatje Thomas en Herman Henze;
extract 19 April 1682:"Compareerden ter camere van schepenen van s Gravenhage Matthijs van Berckeloo procureur deser vierschaar als in huwelijk hebbende Maria van Medenblick ter eene, mitsgaders Maria Paeu weduwe ende boedelhoudster van wijlen Pieter van Medenblick, voor haer selven, mitsgaders als moeder en voogdesse van haer minderjarige kinderen, mitsgaders Gerrit van Medenblick, haer meerderjarige soon ende Lodewijck van Hulsentop als in huwelijk hebbende Ida van Medenblick, Johan Baptist Keyser getrouwt met Johanna van Medenblick ende Ambrosius Hogh, voor hem selve en als vader en vooght van sijne minderjarige kinderen verweckt aan wijlen Cornelia van Medenblick ter andere sijde ende nogh deselve Maria Paeuw ende den voornoemde haeren meerjarigen soon ter eenre ende voornoemde haeren swager ter andere sijde; Ende verclaerden de voornoemde partijen metten anderen geaccoordeert ende verdragen te sijn dat sij nogh de voornoemde partijen metten anderen versproocken dat de aghthondert gulden waer van de renten ende hele inkomen bij Willem van Medenblick der respectieve partijen oudoom ende wiens erffgenaem haerlieder vader ende grootvader respective is geweest, gelegateert aan Anna van Medenblick op het een of andere vaste comptoir sal worden gebraght ende deselve obligatie berusten ter secretarije deser stede, van welke de interessen jaerlijcks daer van provenierende, aan deselve Anna van Medenblick haer leven lanck geduerende sullen worden uytgekeert".;
Maria had verscheidene zusters die ook hun testament maakten, zij werd bij haar zusters Cornelia en Jannette Paeu uitdrukkelijk uitgesloten als erfgen. (Den Haag, 25-6-1677 en 27-7-1674).
«« Onbekend schilderij van het Noordeinde met het ruiterstandbeld van Willem de Zwijger (het werd na w.o. II door de geallieerden vanuit Hamburg teruggestuurd naar Nederland)![]() »» Oude kerk te Scheveningen ca. 1880  | 
♦ Ca. 42 jaar oud in 1666; zijn kwartieren in O.V. 1983, pag. 31-32.
♦ De nrs. 3060 en 3062 waren in 1680 buren in de Keizerstr. w.-zijde te Scheven.
♦ Begr. als Claar Klaren; zijn nageslacht noemde zich Pronck, naar zijn voorvrouw; het verschijnsel dat de kinderen zich naar de moeder noemden kwam in Scheven. regelmatig voor.
♦ Hij wordt mogelijk verm. in Das Hessische Mannschaftenregister van 1639 als "Claus Wilhelm 4 Metzen (= schepel) ausgestelt".
♦ Begr. als "Cloes Wilhelms Frau von Mühlhausen"
«« Register met maten uit Hessen-Kassel, 17e eeuw; de variatie in maten en gewichten was enorm.♦ Hij test. te Andel 15-11-1660.
♦ GTMWB jrg. 29, pag. 77-78.
♦ Mogel. nog in leven na 1683 en dan als lidm. verm. te Andel in 1703.
![]() »» Landschap nabij Herwijnen  | 
♦ Hij tr. Geertruidenberg omdat de predikant gevlucht was wegens de retorsie.
![]() »» Huis "Inde Vrachwage", aan de Venestraat te Geertruidenberg (1646)  | 
♦ Zie R.A. Dongen, inv.nr. 104, fol. 111 (5/8-5-1653) en R.A. Loon op Zand inv. nr. 82 (5-1-1679).
♦ Het echtp. otr. eerder Alphen 13-2-1647 en tr. 's-Greveld.-Capelle 3-3-1647.
«« Oude raadhuis van Loon op Zand (Joseph Brocken, 1950)♦ Overl. in de kraam.
![]() »» Boerderijtje met stilleven van keukengereedschap (Egbert van der Poel, 1621-1664, privcollectie)  | 
♦ Koopt van zijn oom "een vierde part van seekere huijs ende erve groot een pont lants met de bepotingen" etc. voor f 100,- (10-3-1687); verm. als belend te Eethen op de Korte Brukaert (10-5-1700).
♦ Voor zijn overl.- en huwel.datum zie R.A. Heusden, inv.nr. 426, idem R.A. Heusden, inv.nr. 437, fol. 29v.; hij koopt land in Genderen (17-2-1610) en nogmaals 4 m. (22-5-1615); het echtp. test. Heusden 27-7-1623 (N.A. Heusden, inv.nr. 3995, fol. 25); zie ook GTMWB, jrg. 25, pag. 183-185, waarin o.a. verschillende processen die na zijn dood door familieleden werden gevoerd.
«« Dorpsstraatje met molen (Joost Cornelisz. Droochsloot, ca. 1650, privcollectie)♦ Beiden zijn of n van beiden is mogelijk al overl. vr 3-4-1659 (R.A. Heusden, inv. nr. 493); "Dat Thonas de Ruijter oudt Raidt dezer stede, Gerardt Jansen vanals man en voocht van Maeijcken de Ruijter, Lenert Fransz. van Helden, sone van Frans Lenertsen van Helden ende van Grietgien de Ruijter, beijde saliger, ende Jan Adriaensen van Drunen als man ende voocht van Anneke Frans van Helden haer sterkmhaere onmondige susters en broederen...(R.A. Heusden, fol. II, 24-2-1661) 
♦ Zij was mogel. eerder geh.
♦ Hij komt in 1663 en 1667 voor op aktes te Woudrichem (R.A., inv.nr. (oud) 37 en 116) en op een akte te Andel in 1677; bezat onder Giessen, Rijswijk, Uitwijk, Waardhuizen en andere bannen 59 m. en 2 h. land en was daarmee de meest gegoede man van Giessen na de heer; zie ook R.A. Woudrichem (nieuw) inv.nr. 0331, waarin gesproken wordt van een declaratie van Gabriel Hanedoes, advocaat, ten laste van Hendrik Willems Valcus alsmede van de roerende goederen van Hendrik Willems Valcus om daaraan de voornoemde declaratie te verhalen (taxaties, 1677)
♦ Dit kwartier is nog onduidelijk; waarsch. gaat het om het 1e en 2e huwel. van Joost Jan; nr. 1634 zou dan geboren zijn uit het 2e huwel.
![]() »» Riviermond bij maanlicht (Aert van der Neer, Amsterdam 1603/04-1677, privcollectie)  | 
♦ De volgende aantekening (GTMWB, jrg. 1993, pag 224) geef ik hier weer met een kleine aantekening : Hendrik Jans Broeren wonende te Genderen etc. als erfgename van Christiana Gerrits van Heumen dragen op ten behoeve van Jacob Jans van de Grint, nu (1697) de weduwe van voors. Jacob Jans van de Grint [was Michielke Aerts] de helft van haar aangekomen van de weduwe van haar mans ouders [Jan Jans van de Griendt en Viverken (Fijtgen) Servaes] en de wederhelft bij coop (Arch. Geest. Kantoor Delft, inv.nr. 515, fol. 794v., 13-12-1680)
Opm.: Jacobus Jans van de Grint, geb. Waalwijk ca 1650, wo. Hedikhuizen, zn. van Jan Jans en Viverken Servaes, tr. 1e ca. 1684 Maria Halders (Holders), tr. 2e ca. 1690 Michielke Aerts van Loon.
♦ -Govert Joosten van Drunen, wo. te Babilonienbroek, contra Wouter van der Plas, wo. te Andel, eist 39,- betaling van de vruchten uit de boomgaard van Aelbert Aertssen, die recentelijk gearresteerd is; Govert had dit bedrag tegoed van de broer za. van Wouter (R.A. Heusden, inv.nr. 128, 28-7-1664).
-Maria van Slingerlandt, wed. van Johan Sprangers, ca. 62 jaar oud, verklaart op verzoek van Dirck Melisz. Maets, wo. te Andel, dat hij haar nooit gezegd heeft dat zij van Wouter van der Plas f.200,- zou ontvangen (N.A. Gorinchem, inv.nr. 3998, 3-5-1679).
-"ontf[angen] van Wouter van der Plas voor 2 jaeren intrest verschenen den 2 jan[uari] 1674 en 1675 de so[m] van 13-12-0" (Diakonierekeningen Andel, 1670-1674).
♦ Overdracht van haar lenen 23-3-1671; zie verder GTMWB, jaargang 19, pag. 3-4.
♦ Interessant is de discussie op het internet over zijn herkomst; het zou te ver voeren om hier alles weer te geven, dus volgt hier een samenvatting:Herman zou zn. zijn van Abraham Torrentius (torrentius = beek of snelstromend water), predikant van Uitwijk (1619-1633), begr. aldr. (kleine grafsteen verm. "Dit isde sepulture va(n) Abrahamus Torrentinus kerckendienaer tot WTWIICK Anno 1633" enz.); verder bewijs voor hem en zijn broer Johannes komt van mr. J.L. Rijndorp "Jan Berchems, wednr. van Janneke van der Beke, treft een regeling voor zijn wezen, als omen treden op de broers Johannes van der Beke, v.d.m, (= verbi divini minister = dienaar des goddelijken woords) te Giessen-Oudkerk en Abraham van der Beke v.d.m. te Uitwijk (R.A. Klundert, inv.nr. 99, 10-8-1623); tenslotte een akte uit R'dam: "'Staet van de boedel en goederen bij Abraham Torrentinus, predicant tot Wtwijcken en Franchina Pedi, zijne huijsvrouwe, beijde zal. ged. gewoont hebbende en overleden tot Worchum [Woudrichem] metter doot ontruijmt en naegelaten hebben, overgelevert ter weeskamer alhier bij Willem en Claes Pedi woon. alhier als oomen en voochden van de weeskinderen van v(orseijt) mr. Torrentinus en Franchina Pedi, present Johannes Torrentinus en Neeltgen Jaspers zijn huijsvrou won. ter Goude" (Weesk. R'dam, inv.nr. 606, fol. 189, 15-6-1640); het echtp. Torrentius - Pedri wordt nog verm. R'dam op 21-6-1627; echter op geen enkele manier is bewezen dat Herman zou afstammen van ds. Abraham Torrentius. 
♦ Een voorvader van haar is mogelijk Jan Gijsberts Persijn alias Hollander, die een hofstad te Sprang koopt (14-12-1589).
![]() »» Land van Heusden en Altena  | 
♦ Hun kinderen noemden zich van Waerthuijsen.
♦ Zij bezaten een huis met 8 1/2 h. land alsmede het goed de "Baertman" onder Eethen.
♦ Hij is waarsch. begr. Uitwijk: "Julij 1699 is begraven Hendrik Gielen, die hier jammerlijk des nachts op zijn bet is vermoort behorende overledene de classis van drie gulden, dus /3.-.-" (Gaarders Uitwijk).`
♦ Zie voor hem O.V. 1977, pag. 148, repertorium op de lenen Oudheusden, Emmikhoven en Giessen; gezien de beleningen stamt zijn vrouw of hijzelf uit het bekende geslacht Piek.
«« N.H. Kerk te Eethen; de monumentale Hervormde Kerk van Eethen heeft een tufstenen schip dat uit de 12de eeuw dateert; eeuwenlang vormde de torenspits een herkenningspunt aan de horizon vanuit alle windstreken♦ N.L. 1974, kol. 288.
♦ G.N. 1954, pag. 41-61.
♦ Erfgen. waren zijn broers en zusters.
♦ Regelmatig verm. als korenmolenaar vanaf 1630.
♦ GTMWB, jrg. 25, pag. 267-268.
![]() »» Boerenhoeve aan het water (Anthonie van Borssom, Amsterdam 1629/30-1677, museum Bredius, 's-Gravenhage)  | 
♦ Hij koopt 4 1/2 h. zaailand gelegen op het Achterste Hoochveld te Eethen (1664), 2 m. weiland gelegen op de Corte Brueckaert (1668), vijf zesde part van 2 m. 4 h. land gelegen in de Oude Weijde (1670) en later nog te Eethen 8 en 1/2 h. bouwland op het Voorste Hoogland.
♦ GTMWB, jrg. 8, pag. 49-50.
♦ 22-4-1723: erfd. van de nagelaten goederen van Gerrit Hagoort en zijn vrouw Aletta Verburgh, in hun leven gewoond tot Eethen (R.A. Eethen inv.nr 10, fol.100-101).
♦ Zie voor haar en haar voorgeslacht GTMWB, jrg. 14, pag. 213.
♦ Ik vervolg de kwartieren n.a.v. een brief van dhr. Docter die mij in sept. 2009 wees op de kwst. Zuijderent-v. Wijgerden op het internet.
♦ Zie ook de fichesverzameling in het streekmuseum Hoeksche Waard in Heinenoord,
♦ Het echtp. test. Gorinchem 17-8-1666.
![]() »» Fietspad tussen Arkel en Leerdam  | 
♦ Hij bezat 14 h. land in de Nieuwenban te Sleeuwijk; zie verder GTMWB, jrg. 21, pag. 289-290 voor deze familie.
♦ Veroordeeld inzake ontduiking van de impost op het gemaal (R.A. Woudrichem, inv.nr. 0331, processtukken, nr. 431, 1675); Jacob Joosten van Campen en Ocker Melsen Schep gehuwd met Maijken Joosten van Campen, transporteren goederen aan Bastiaen Tunussen Timmermans (de helft) en aan Baltus Janssen Verhoeven en Geeridt Adriaenssen Paenacker (R.A. Loon op Zand, inv.nr. 80 a,b,c, fol. 8, 3-10-1665);
♦ Koopt grond te Uppel onder Almkerk (R.A. Almkerk, inv.nr. 24, fol. 235, 8-11-1660); de fam. Camerman is ruim vertegenwoordigd te Veen.
♦ Waarsch. afkomstig van Sliedrecht.
♦ Overl. ten huize van Corn. A.Snoeck.
«« Stillleven ♦ GTMWB jrg. 24, pag. 40-41 en jrg. 27, pag.125.
♦ Hij was erfgenaam van Jacob Nanninghs (Ouwerkerk) de oude en Dingentje Francke (25-1-1670).
♦ Oom, momber en voogd van de kinderen van Jacob Marcussen (Lievaart) wednr. en Eltgen Janssen van Dijck (R.A. Almkerk, inv.nr. 4, 7-4-1645); hij test. Emmikhoven 22-10-1673; zie o.a. GTMWB 1986, pag. 38-40 en GTMWB, 1981, pag. 60.
♦ Zij had 3 broers en een zus die allen geboren werden tussen ca. 1615-1620.
![]() »» Jong meisje aan het raam (Jan Victors, 1640, Louvre Parijs)  | 
♦ Zijn achternaam roept het vermoeden op dat hij afkomstig is van Bochum (W.-Dld.), gemakshalve zou hij ook vernoemd kunnen zijn naar een populair visje (bokking), niet onwaarsch. gezien de afkomst van zijn vrouw uit het visrijke Noordwijk; voorlopig is zijn herkomst duister.
♦ Zij is dg. Oegstgeeest 13-12-1690 en mogel. afstammeling van Cornelis Arents Speelman en Dieuwertje Arents, die als wed verm wordt Noordwijk 29-1-1614/19-5-1626 (R.A. Noordwijk, inv. nr. 189a, diverse akten).
♦ Voorouders waarsch. te Gouderak.
«« Oude molen nabij Oud-Alblas![]() »» Leuvehaven te Rotterdam anno 1694; links de grotere Wester Nieuwe Hoofdpoort, ook wel de Witte Poort genoemd, rechts de kleinere Ooster Nieuwe Hoofdpoort  | 
♦ Dit kwartier onder enig voorbehoud en wordt niet vervolg domdat een andere, minder waarschijnlijke, afleiding ook mogelijk is: nl. (Johannes) Herrewigh, secr. en procurator te Vrieseveen, geboren circa 1650 te Gotha (Thuringen), overleden na 1715, tr. Jenneken Swams, geboren circa 1655, overleden op 20-03-1685 te Vrieseveen, dr. van Jan Swams en Grietje ten Kinckhuis.
♦ Let op ! De kwartieren Baan worden met groot voorbehoud vervolgd.
♦ Mary Cornelis, weduwe van Hendrick Cornelisz. Vlot is schuldig aan Jan Cornelisz Boer 400 car. gld. met als pand "huys en erve zuytsijde tegenover Rijsebrug daer sij woont" (R.A. Bleskensgraaf, inv.nr. 4, fol. 19, 4-11-1711); zij nogmaals verm. bij de verkoop van 2 m. land in 't westeijnd van Gijbeland in een weer van 6 m. (14-4-1713).
♦ Haar overl. is op te maken uit het lidm.register Boven-Hardinxveld (4-4-1638/25-12-1704); lidm.attestaties zijn alleen genoteerd bij de avondmaaldiensten, in de regel met pasen, juli, oktober en kerst.
![]() »» Moeder en kind (Pieter de Grebber, 1622, Frans Halsmuseum, Haarlem)  | 
♦ 21-4-1725 Magteltje Dircks Stolck wed. van Ary Janse Backer wo. Oud Alblas verkoopt land (N33+34).
♦ Zij heet waarsch. de Swart en is afkomstig van Lekkerkerk.
♦ Zij test. Bl.graaf 25-12-1674 "Wijntje Dircks wede van Arien Cornelisz. geass. met Cornelis Diercksz. haar broeder en gecoren voogd, verklaart in bijwezen van Jacob Cornelisz. won. tot Alblasserdam, oom en gerechtigd bloedvoogd van de 4 nagelaten kinderen, met namen Cornelis Ariensz., Annichjen, Sijchjen en Arien Ariensz., dat zij de kinderen zal onderhouden en opvoeden en daarboven nog geven uit haar gereedste goederen 1000 gld. van 20 st. samen bij 20 jaar of huw. staat met een uitzettinge of bruyloftskleed" (Kanttekening: met consent terug gebracht tot f 600, idem 17-5-1704 kwijting van de betaling van f 600, t.o.v. notaris Hugo Jongeneel te Bleskensgraaf ons getoond).
♦ Beiden lidm. Giessen-Nieuwkerk (23-10-1707).
♦ Was op 19-7-1674 betrokken in een rechtszaak wegens laster.
♦ N.A. Albl.dam (1-9-1668, 9-11-1670 en 19-7-1674vv.), N.A. Dordrecht, inv.nr. 356 (5-5-1670), N.A. Maassluis, inv.nr. 5496 en O.V. 1966, pag. 142.
♦ Zie voor schouten, secretarissen en heemraden van Alblasserdam o.a.: "Alblasserdams’s heden en verleden", ir. P. Boersma, 1974, pag. 368 e.v.
♦ O.V. 1990, pag. 289.
♦ Adriaen, oud 14 jaar, wordt verm in een testament van zijn vader; zijn vader test. Dordrecht (O.N.A. Dordrecht, inv. 59, fol. 588, 7-12-1637) waarbij verm. Adriaen Pietersz. den Bouw, zoon van Pieter Arijensz. den Bouw en wijlen Anneken Pietersdr.; zijn vader wo. te Alblasserdam, gezond van lichaam en geest en legateert aan de "Huisarmen van Alblasserdam" een bedrag van 25 gld.; tot erfgenaam van al zijn overige na te laten goederen benoemt Pieter zijn vader of bij vooroverlijden zijn halfbroer en zusters van vaderszijde, op voorwaarde dat zijn erfgen. na zijn overl. aan Arijen Huijgen en Pieter Huijgen, zijn halfbroers van moederszijde, zullen uitreiken zijn derde deel in de opbrengsten uit de verkoop van hun overleden moeders kleren en zilverwerk; hij tekent met zijn naam.
♦ Adriaen had een vermogen van f 1000,- (200e penn. Albl.dam, 1674); zie ook O.V. 1996, pag. 708.
♦ Hij deed afstand van de boedel van zijn vader op 12-3-1691, voldeed zijn schuld op 3-5-1691 en kocht het huis terug op 10-11-1691.
♦ Cent Crijnen "metselaer - opt dorp" werd op 28 juli of 21 dec. 1670 -beide data zijn genoemd- te Charlois als lidmaat aangenomen
«« Handvest van Albrecht van Beieren uit 1391; Aelbrecht schonk de hoogheemraden van Delfland het coöptatierecht (recht om nieuwe bestuursleden te kiezen♦ Lidm. Charl. 2-7-1679; zij test. met haar 2e echtgen. Katendrecht 22-10-1687; dit test. is verloren gegaan maar overgeleverd in een akte van 22-5-1706.
♦ Het echtp. test. Charl. 27-4-1717 en wijst schoonzn. Krijn Cente den Beste aan tot voogd en executeur.
♦ Haar vader is mogel. Mattheus van der Laan, schoolmr. te Hendrik Ido Ambacht.
♦ Het echtp. test. Poortugaal 3-5-1705 "gegte man ende vrouw, woonende onder Catendregt"; zij benoemen elkander over en weer tot universele erfgenaam en voogd over de minderjarige erfgenamen, onder conditie dat de 1angstlevende aan ieder van hun na te laten kinderen of hun representanten een som van drie caroliguldens zal uitkeren (verm. o.a. Pietertje geh. met Cornelis Ariens Kruythoff; in het arch. van de Ned. Herv. gem. te Charl., inv.nr. 524, een tweede testament (grosse) verleden op 28-9-1716 voor nots. Cornelis Verschoor, residerende te Katendrecht: zij revoceren het testament op 3-5-1705 verleden voor nots. Johannes van Neck, residerende te Poortugaal, en verlijden opnieuw een reciproque testament, waarbij de langstlevende aan ieder kind of de repressentanten daarvan een zilveren ducaat moet uitkeren (N.L. 1974, kol. 349-350).
♦ Een lijst van obligaties ten behoeve van de kerk van Charlois spreekt van een van een obligatie ten laste van Pieter Nuyts cleermaker (7-3-1672), welke op 16-1-1674 voor de helft afgelost was (G.A. Rotterdam, Archief Ned. Herv. Gem. Charlois, inv. nr. 178).
![]() »» Kaart van Charlois, eind 19e eeuw (Hugo Suringar, Leeuwarden)  | 
♦ G.A. Rotterdam, Arch. Ned. Herv. Gem. Charlois, inv.nr. 2.
♦ Verm. in 1672 als schoonmaker van "de kercke graft" (G.A. Rotterdam, Arch. Ned. Herv. Gem. Charlois, inv.nr. 428) en nogmaals als erfgen. van Jan Cornelis van Uytrecht op 21-2-1688.
♦ Op 5 mei 1683 koopt Willem Pietersz Visser een boederij aan de Noldijk van Cornelis Cleijsen van Dijck (Thans Noldijk 126).
♦ Ging aanvankelijk als Isack Salij door het leven, maar werd bij het dopen van zijn laatste 3 kinderen Grootvandorst of Grootendorst genoemd; zijn nageslacht noemde zich Grootendorst; een groot aantal aktes zijn van hem bekend, die terug te vinden zijn in G.N. 1990, pag. 6-7.
«« Oude kerk van Charlois anno 1937♦ Beiden overl. Charl. na 16-9-1668 (doop laatste kind).
♦ Vlak na hun huwel. werden 2 kinderen (moet haast wel een tweeling zijn geweest) begr. in de kerk van Charl.: 23-8-1671 "Twee cleijne kraemkinderkens van Meritje Cortpennick leggende beijde in een cleijn kistje” (O.V. 1985, pag. 30).
♦ Geen verband werd gevonden met het geslacht Outraet in het artikel over deze familie in O.V. 1991, pag. 167 vv.
♦ Na zijn dood bleek dat hij een kleine 30 m. grond had in Charlois, de Hille, Robbenoord en de Plompert (9-1-1726).
♦ Hun test. te Charlois bestond uit 3 obligaties ter waarde van f 1850,- op naam van hun kinderen en die van zijn broer Arie (23-5-1709).
♦ De naam Lagendijk is een adresnaam: omdat Adriaan Leendertsz Klou in 1616 zijn huis met erf en teling, gelegen in Carnis, verkocht en hij verhuisde naar Smitshoek, waar hij zich vestigde aan de Leegenachterdijck van Charlois; daarna veranderde de familienaam Klou in Leegendick/Leeghendijck/Laegendijck/Laagendijck/Lagendijk; de naam Clouw is waarschijnlijk ontstaan uit het patroniem Cla(o)uwertsz..
♦ Door hem en zijn voorvaderen werden alle grond-, graf- en waterwerken rond en in de kerk van Charlois verricht.
♦ Na hun overl. verkopen de erfgen. hun huis te Charlois voor f 1150,-.
«« Paar in slaapvertrek; hier kijkt een oude(?) man met rode neus onder het hemd van een niet onwillige jonge vrouw; het gaat hier om een bordeelscène: de rode kleding van de vrouw maakt waarschijnlijk dat zij een prostituee is; de pijp die tegen de pispot leunt wijst op hetzelfde: "een pijpje uitkloppen" is een oud eufemisme voor bordeelbezoek; de drankfles en de rode neus van de man duiden op overmatig drankgebruik; de stoof, de pantoffels en de kousen dienen als sexuele toespelingen (Jan Steen, Leiden 1625/1626-1679, museum Bredius, 's-Gravenhage)♦ Zij bezat 9 g. 12 r. saaijlant, rondom de Rijsdijk; verder een ploeg, eggen, wagens, 3 paarden, melkspullen etc. (O.V. 1995, pag. 61).
♦ Quanselaar is benaming voor soort kooplieden, tevens kleine veehouders.
♦ Het echtp. test Schiedam 15-10-1683.
♦ Zij test. aldr. 2-2-1735 (gegoed beneden de f. 4000,-).
![]() »» Landschap bij duister (Aert van der Neer, 1603/04-Amsterdam 1677, Museum Bredius, 's-Gravenhage)  | 
♦ Op 27-11-16.. werd op de rechtdag te 's Gravendeel gedaagd Lenert Huygen Clootwijk; deze had Lodder ingehuurd om met zijn schip naar IJzendijke te varen en zijn zoon Tonijs Leenertsz Clootwijk als passagier mede te nemen; hij zou daartoe aanleggen op 't 's Gravendeelse Hooft op een afgesproken dag en tijdstip en zou bij Lenaert Huyghen Clootwijk een briefje ophalen; Lodder had zich kennelijk niet aan de afspraak kunnen houden en had zijn kleinzoontje gestuurd om het briefje te halen; de vrouw van Clootwijk had gezegd dat hij niet op tijd was en daarom geen lading kreeg omdat hun zoon Tonijs al was vertrokken.
![]() »» Voerman met paard en wagen bij een stenen brug  | 
♦ D.g. (doopgetuige) 21-11-1700.
«« Gerechtsbode♦ Boedelscheiding Charlois 1-1-1701.
♦ In die taveerne werden zittingen gehouden voor het innen der verpondingsgelden (R.A. Woudrichem, inv.nr. 92, 20-10-1658).
♦ Verwantschap met de kleermaker mr. Gijsbert Gijsberts Stelts die op 7-12-1644 zijn vrouw laat begraven in de kerk van Heusden en er op 8-1-1651 zelf zijn laatste rustplaats vindt en zijn zoon Govert, die in dezelfde kerk verschillende kinderen laat begraven, moet niet uitgesloten worden (Hof van Holl., inv.nr. 4275, bundel nr. 37 (1),begraven Heusden 1644-1659); een opmerkelijke vondst is tevens een Sijmon Gijsberts van der Stelt, die te Noordwijk op 26-5-1677 een stukje erf verkoopt (R.A. Noordwijk, inv.nr. 181, fol. 16) en in 1685 zeep-, zout-, heere- en redemptiegeld betaalt (G.A. Noordwijk, inv. nr. 571).
♦ Anthony Adriaens van Clootwijck en Nanning Janszn (van Ouwerkerk) nomine uxoris Adriaentje van Clootwijck verkopen hun lenen der ridderhofstad Hodenpijl met name huis en hoeve "De Houck" onder Almkerk, waar broer Dirck woonde (1662, losse aant. op het internet).
♦ Zij tr. de zn. van haar stiefvader en was mede-eigenaresse van "De Houck" onder Almkerk, een leen van de ridderhofstad Hodenpijl.
![]() »» Feestende landlieden in een taveerne (Adriaen Jansz van Ostade, 1673, Historisch museum, Amsterdam)  | 
♦ Akte van inventaris van de boedel van Dirk Theunis Groenevelt, in zijn leven weduwnaar van Neeltje Driessen; idem akte van inventaris van de nagelaten goederen van Dirck Theunis Groenevelt, in zijn leven weduwnaar van Neeltje Driessen (R.A. Woudrichem, inv.nr. 331, inventarissen, akte. nr. 2666 en 2669, jaar 1687 en 1688).
♦ Leendert Hendriksz. Bras, wonende te Almkerk, knecht op een wagen met paarden, vordert achterstallig loon van Commer Hendriksz. Brievingh (16-4-1676); Leendert Hendriksz. Bras en Jan Hendriksz. Bras, watermolenaar te Sleeuwijk, ontvangen loon voor het schoonmaken van een kade bij de watermolen (1689); zie ook GTMWB 1990, pag. 294, idem 1991, pag. 46 en idem 1995, pag. 122.
♦ -Hij wordt verm. in augustus 1680 in het "Quohier" van huishoudenfalien" als "kleyne capitalist", d.w.z. gegoed onder de fl. 2000,-; verkoopt op 20 december 1696 in het openbaar uit kracht van een vonnis de helft van een huis en erf van 8 m. land, gelegen in de Hoecse polder, aan zijn zwager Cornelis Beck (G.A. Schoonhoven, R.A. Lekkerkerk, inv. nr. 20 , oud nummer); hij gaf op 24 september 1703 een procuratie, gedateerd 17 september1703, aan zijn vrouw i.v.m. de afwikkeling van een erfenis van haar overl. broer.
«« De smid (Jan Luiken)♦ Verm. O.R.A. Werkendam, inv.nr. 1065 "Attestatie over de pachters van het zegel en gedrukt papier in het land van Altena betreffende de impost op het gemaal".
♦ Zij legden een verklaring af voor schepenen en oud-schepenen van Werkendam (1705).
♦ Het echtp. test. Werkendam 6-9-1719.
♦ Als wed. stelde zij tot voogden over haar onmondige kinderen aan Hendrik Goossen Kant en Hendrik Cornelis van Vught te Rijswijk (13-6-1724); zie Jb C.B.G 2001, pag. 85-149 voor haar en haar voorouders.
♦ Verm. R.A. Woudrichem, inv.nr. 0331, rubriek processtukken, nr. 447, inzake ontduiking van de impost op de brandewijnen (ca. 1700).
♦ Het echtp. test. Uitwijk 23-1-1716.
♦ In een taxatie gedaan in 1688 door de heemraden van Emmickhoven van een derde halve mergen land met ten doodt ontruijmt en achtergelaten door Peter de Mulder aldaer overleden waer van collaterale erfgename is Arriaentje Arents Groenen(velt) weduwe van (Jan) Aert Jans Ottevanger (O.R.A. Woudrichem, inv.nr. 638 ).
![]() »» Herders in een rivierlandschap (A(e)lbert Jacobsz Cuyp, British Museum, London)  | 
♦ Hij bezat grond te Oudheusden op 't Sluijsvelt (GTMWB, jrg. 25, pag. 269-270).
![]() »» Vee bij een bruggetje (Johannes Baptist Kobell, museum Bredius, 's-Gravenhage)  | 
♦ Het echtp. test. aldr. 25-5-1707.
♦ Het echtp. vestigt zich met attest. (hij wednr.) te Nijmegen 21-7/8-8-1678.
♦ Hij voert in 1705 een proces contra Hendrik de Bruijn (R.A. Woudrichem, inv.nr. 0331, procesdossiers, nr. 327, 1705).
♦ GTMWB, jrg. 9, pag. 24 e.v. (1985).
♦ Hij bezat 3 1/2 m. weiland te Eethen op de Cleybergh (21-4-1671) en 9 1/2 h. weiland in de Slaege onder Veen (15-5-1704); voor zijn geboorte- en sterfdatum zie R.A Veen, inv. nr. 5.
♦ Zij bezat land te Veen, tevens "hoijlandt" aldr. (21-2-1689); zie voor dit echtp. o.a. R.A. Veen, inv. nr. 5 en 11, R.A. Heusden, inv. nr. 532, 4041 en 4057 en N.A. Den Haag inv. nr. 526, fol. 167.
![]() »» Stalinterieur met hoenders; ongebruikelijk op dit schilderij is de dode kip links op de voorgrond tussen tien levende (Frans Ryckhals, ca. 1636, museum Bredius, 's-Gravenhage)  | 
♦ Eeltje Hessels van Gammeren, wed. van Gerrit Camerman, wonend tot Veen, geeft over t.b.v. haar dochter Peterken Camerman, wed. van wijlen Joost Coolhaas, wonend tot Veen, een huisje met een h. land gelegen tot Veen in de Wielstraat en nog een boomgaardje groot een half h. gelegen in Veen (R.A. Heusden, inv.nr. 548, 26-4-1727)
♦ Akte van Hypotheek, Werkendam 9-4-1698
♦ Hij verm. akte van Transport (29-4-1649); de kinderen worden later van Wensen genoemd: op een akte van Transport is sprake van de wed. van Jan van Wensen (10-4-1708).
♦ Zij verkoopt land in De Werken (1-12-1657); erft samen met haar broer Hendrick Jans een schuld van haar vader (18-11-1658).
![]() »» Familiescene met pasgeborenen (Esaias Boursse, 1665/70)  | 
♦ Akte van Uitkoop, Werkendam 27-2-1674.
♦ Akte van Uitkoop, Werkendam 6-1-1670.
♦ Weerbare man te Werkendam, gewapend met "een stock", inschrijving is doorgehaald (16-2-1672).
«« Guirlande van bloemen; het middenpaneel voorstellende een beschermengel werd vervaardigd door Guillaume Courtois (Abraham Brueghel, ca. 1660, Privécollectie)♦ Het geslacht Groote heette later Boot of Geubel.
♦ Akte van Transport, Werkendam (13-9-1731).
♦ Akte van Transport, Werkendam (14-7-1699).
♦ Overl.datum van haar is geb.datum van hun laatste (11e) kind; zij overl. nadien.
♦ Akte van Transport, Werkendam (31-5-1727).
![]() »» Dorp in de winter (Joos de Momper II, Antwerpen 1564-1635, museum Bredius, 's-Gravenhage)  | 
♦ Leenakte Werkendam (10-7-1675).
♦ Hypotheekakte Werkendam (17-4-1711).
![]() »» Jong meisje (Alte Pinakothek, Munich)  | 
♦ Geen aansluiting kon gevonden worden met de Sleeuwijkse tak (GTMWB, jrg. 23, pag. 111-113).
♦ Akte van autorisatie van schout en schepenen aan Samuel Gerrits van de Koppel, als voogd over de kinderen van Dirck Hendrikus Meyelaer en Maijke Willems Decker en als voogd over het onmondige kind van Wouter Crab en Lijsbet Willems Decker, om het aandeel van voornoemde kinderen in de erfenis van hun tante Aegtie Cornelis Hoffweege, aan te wenden ten behoeve van hun opvoeding (R.A. Woudrichem, inv.nr. 0331, autorisatie, nr. 525, 1722).