ALGEMEENALLE VOOROUDERSPER GENERATIEGeneratie X WEERGAVEStandaard
CONTACTBEHEER
|
Generatie X (stamouders)
512 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Henricus (Hendrick Johannesz) Cox; ged. Roermond 28 apr. 1638; pachter op het Spick te Maasniel, landbouwer.; overl. Maasniel- Leeuwen 6 nov. 1702; begr. Maasniel 6 nov. 1702 (64 jr.); tr. Maasniel 6 okt. 1667. ♦ Hendrick ging met zijn vrouw wonen in de Brugstraat te Roermond. Het beheer van de boerderij "het Spick" bleef in handen van Nicolaes van der Heijden, een broer van zijn vrouw. Maar het ging niet goed met de hof. Om de stijgende schuldenlast te betalen, moest steeds meer land verkocht worden. In het bunderboek van 1682 werden 42 morgen genoemd; dat is slechts 2/3 van de oorspronkelijke grootte. Ook daarna werden uit noodzaak enkele akkers verkocht.
Hendrik kwam uit een welgesteld familie. Uit de erfenis van zijn ouders ontving Hendrick o.a. 7 pandbrieven ter waarde van ruim 3000 gulden. Daaronder een lening van 200 pattacons aan het kerspel Swalmen en 100 pattacons aan het dorp Posterholt en 2 leningen aan de gemeente St. Odilienberg.
In 1681 verwierf hij "het groot huys" in de Brugstraat van zijn zus Eva Cox, de weduwe van Lynn, in ruil voor genoemde schuldbrieven. Het huis was haar erfdeel uit de ouderlijke nalatenschap en werd geschat op liefst 1800 pattacons, ofwel 5580 gulden.Omdat Hendrik niet zoveel geld ter beschikking had nam hij een lening op. Zes jaar later sloot hij opnieuw een hypotheek van 400 rijksdaalders op zijn huis in de Brugstraat bij de weduwe Breughel. Maar in 1688 lieten haar erfgenamen arrest leggen op het bos aan de Spick om zo een bijpand te krijgen voor de lening. Zij waren er achtergekomen, dat Hendrick op zijn huis nog een oudere lening had uitstaan bij de familie Van Lynn. Tevens waren zij bang, dat bij brand het onderpand verloren zou gaan. Maar ook zijn overige goederen had Hendrick reeds beleend. Dan blijkt dat het bos en houtgewas intussen waren verkocht. Nu werd overeengekomen, dat Claes van der Heijden voor 200 pattacons garant zou staan met zijn goederen op de Spick. Waarschijnlijk dreigden de erfgenamen door geldgebrek de hoeve te verliezen. Na 1703 konden zij de schuld aflossen.
♦ Hoe slecht het Hendrick verging blijkt uit het voilgende. In 1687 was hij 33 rijksdaalders op de landschat achtergebleven en kon hij het geld niet meer opbrengen. Het gericht besloot derhalve tot een gedwongen verkoop van 2 morgen uit een grotere akker op de Caniel.
Claes van der Heijden is nooit getrouwd. In 1681 werd hij als hoofdbewoner op het Spick genoemd. De boerderij telde toen 2 paarden, 13 koeien, 5 ganzen en 26 bijenkorven, maar geen schapen meer. In mei 1693 maakte Claes zijn testament. Hij benoemde zijn zus Margaretha en haar man Hendrick tot erfgenamen van al zijn bezittingen. Zij mochten zijn erfgoederen hun leven lang genieten, zonder deze evenwel te verkopen of met schulden te bezwaren of te verpanden. Mochten de echtelieden toch in geldzorgenn komen, dan dienden zij de schulden te betalen uit het roerend goed. In 1698 woonden op de boerderij 7 personen, inclusief de knechten en meiden. Op de zolders lagen 18 malder granen en erwten
De kinderen van Eva verkopen huis en moeshof op Spick aan Adriaen Cox (nr.256)
♦ Huwelijksgetuigen waren Joannes Baptist van Dijck en Gertruijd Cox 513 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Margaretha van der Heyden; geb. ca 1640; overl. nov. 1707 (67 jr.); tr. Maasniel 6 okt. 1667. ♦ Margaretha brengt in het huwelijk mee: van haar moeder vijfden halven morgen van het beste land; zij erft met haar broeder boemgaert,landerijen ende bosschagien, de Spick genoemt, groot 23 morgen grenzend aan de Jezuiter Hoppenhof. ♦ In mei 1707 wilde de weduwe een akker verkopen omdat het geld op was "vermits haer gereyden bestaen in eene bagatelle ende voor ofte naer int minsten niet en cunnen bijreycken" In februari van dat jaar hadden de kinderen Cox met hun oom Leonhard uit Roermond de openstaande schulden verrekend, waarna deze nog 156 rijksdaalders van hen tegoed had. De vrouw was toen al 4 jaar ziek en bedlegerig en de schuldeisers klopten aan de deur. Omdat zij alleen het tochtrecht op haar akkers had, werd deze verkoop door de kinderen verhinderd. Wel werd toen voorgesteld om de goederen gelijk met de schulden alvast onder de erfgenamen te verdelen in ruil voor levensonderhoud. Mocht de weduwe dan toch nog geldzorgen hebben, dan konden die misschien op een andere manier opgelost worden. Na het overlijden van Margaretha namen de 4 nog levende kinderen in maart 1708 opnieuw bij hun oom Leonhard een lening op van 158 rijksdaalders met als onderpand 12 morgen land in het Obersveld. Alles bij elkaar waren er nog maar 26 morgen overgebleven. ♦ Uit dit huwelijk:
- JOANNES, gedoopt in Roermond op 1 april 1668.
- FRANCISCUS, gedoopt in Roermond op 12 augustus 1669.
- MARGARETHA, gedoopt in Roermond op 16 juli 1670.
Zij trouwde in Maasniel op 24 oktober 1695 met STOFFEL SILLEN.
- EVA, gedoopt in Roermond op 2 april 1672.
Zij trouwde in Maasniel op 20 februari 1698 met JOANNES DAEMEN.
- FRANCISCUS, gedoopt in Roermond op 20 februari 1674.
- FRANCISCUS BARTHOLOMEUS,, gedoopt in Roermond op 19 april 1675.
- ISABELLE, gedoopt in Roermond op 18 november 1677.
Zij was gehuwd met HENDRIK LINSEN.
- ADRIANUS NICOLAUS, gedoopt in Roermond op 5 december 1680, zie nr. 256.
- NICOLAAS GERARDUS, gedoopt in Roermond op 29 juli 1683.
514 [/2] [detail] [schema] [naar 1]Gerardt (Gerardus) Linssen; geb. Buggenum?; Pachter op Steijnenhof (onder Leeuwen). Burgemeester van het 'hondschap' Leeuwen omstreeks 1691; overl. ca 1695; tr. St. Odiliënberg 24 okt. 1666. ♦ Heeft 3 paarden 16 koeien 88 schapen; de boerderij van zijn ouders in Buggenum is in 1688 verkocht wegens schulden
♦ Tevens pachter op Steynenhof te Leeuwen 1682-1691, afkomstig uit Buggenum 515 [/2] [detail] [schema] [naar 1]Cornelia (Neulken) Graven; overl. Maasniel 5 apr. 1691; tr. St. Odiliënberg 24 okt. 1666. ♦ Uit dit huwelijk:
- HENRICUS, gedoopt in St.Odilienberg op 20 juli 1667.
Hij was gehuwd met BEEL COX.
- CASPAR, gedoopt in het jaar 1669, overleden in het jaar 1755.
Hij trouwde in Maasniel in mei 1695 met PETERKEN REUTIENS.
- MARIA, gedoopt in St.Odilienberg op 9 januari 1671, overleden in Roermond in het jaar 1740.
Zij was gehuwd (1) met WILLEM WILLEMS.
Zij was gehuwd (2) met RICHART BUCKART.
voorzanger in de kathedraal
- JOANNA, gedoopt in St.Odilienberg op 22 april 1674.
- ELISABETH, gedoopt in Maasniel op 15 april 1683, zie 227.
- ANNA, gedoopt in Maasniel op 1 maart 1685.
- MARGARETHA, gedoopt in Maasniel op 28 februari 1687.
530 [/2] [detail] [schema] [naar 1]Jan (Joannes, Johan) Schrijvers; Schepen te Maasniel 1680-1685; overl. mei 1685. ♦ Eerder te Heythuysen getrouwd met Maria Verstraelen (1667) ♦ Jan Schrijvers werd herinnerd als een belezen man, die voornamelijk in het Frans correspondeerde. Na zijn dood werden diverse rijk gevulde boekenkisten met internationale werken in Latijnse of andere taal aangetroffen. In de laatste dagen voor zijn dood las hij nog in 'De Jerusalemsche reyse', waarna hij zelf vertrok naar het 'eeuwige Jeruzalem'. Het boek werd op de keukentafel aangetroffen. 558 [/2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Willem Nijssen. ♦ aanvankelijk woonachtig in Herten, later op Cornelishof ♦ Hertrouwde de weduwe Frencken. Hij woonde vervolgens met haar op de pachthof van de kruisheren aan de Sinterbaensweg te Asenray. 570 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Matthias (Thijs) Cuijpers (Theussen, Theuwissen); geb. ca 1653; herbergier te Leeuwen; overl. ca 1711 (58 jr.); tr. okt. 1679. ♦ Hield een herberg aan huis met zelfs een eigen brouwerij. Had ook op de Ohe enkele morgen land liggen 582 [/2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Johannes Windelen; tr. Vlodrop 1 apr. 1674. ♦ Getuigen bij huwelijk zijn Hendricus Muijsers en Gerardus Windelen ♦ Het gezin Windelen/Houben had tenminste twee kinderen, met als oudste Agnes (nr. 291) 624 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Henricus van Crugten (Kruchten, Cruchten Creugten en andere spellingsvormen); ged. St. Odiliënberg 22 jul. 1681; Landbouwer; overl. na 1723 (min. 42 jr.); tr. St. Odiliënberg 7 sep. 1704. ♦ Peter: Joannis Gelissen, Meter; Maria Tegels. Getuigen bij huwelijk; Arnoldus Peuts en Petrus Jansen ♦ Hij pacht boerderij Saps bij St. Odiliënberg tot 1723 (brandde later af). De boerderij telde ruim 30 morgen akkerland. Met overige grond (wei, heide en dries) ruim 74 morgen (ca. 25 ha.) 768 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1](Joannes) Andreas Mooren (Moren, Moeren); geb. ca. 1632; werkzaam op kasteel Hillenraedt (Swalmen) bij familie Schenck van Nijdeggen. Volgens Genwiki Limburg in de functie van gerechtsbode.; overl. vermoedelijk vóór 20 feb. 1688 (56 jr.); tr. 13 nov. 1655. ♦ Loe Giesen meldt: De dagelijkse gang van zaken op het kasteel werden intussen geregeld door knecht Andries Mooren en zijn vrouw. Het echtpaar had al vanaf hun huwelijk in 1655 een goede band met de kasteeleigenaren, zoals blijkt uit de aanwezigheid van Maria de Duras, vrouwe van Hillenraed (1656) en haar schoondochter Anna Philippina de Oijenbroeck, eveneens vrouwe van Hillenraed (1662) als doopgetuigen. Ook Caspar Schenck trad in 1671 op als peter. Knecht Andries kreeg het op een goede dag aan de stok met Jan van Elmpt (vermoedelijk alias Suijlen) die vlees kwam leveren aan "die van den adelijcken huyse Hillenraed". Mooren had het vlees besteld en zei tegen de leverancier dat deze het zelf boven aan de hoofdingang moest gaan afleveren, waar men hem ook zou betalen. Jan wilde echter vooraf geld zien. Het kwam tot een woordenwisseling tussen beiden en er vielen enkele rake klappen. In de aanklacht stelde de schout dat het algemeen gebruikelijk was dat betaling pas plaats had nà levering: "men geeft de hoeren het gelt van te vooren".
♦ Gehuwd met dispensatie voor de derde roep. Getuigen Joannes da Kimpe (?) en Joannes Judoci ♦ De gerechtsbode, vaak kortweg bode genoemd, ondersteunde de schepenbank bij de uitvoering van haar taken. Hij werd aangesteld door de drossaard. De bode zorgde o.a. voor:
het bezorgen van ambtelijke stukken.
afkondigen en afficheren van bekendmakingen op de kerkdeur.
aanzeggen van beslagleggingen oftewel arresten. Sommige organen, zoals het Hof van Gelder te Roermond (later ook Venlo), hadden een aparte deurwaarder.
arrestatie en bewaking van delinquenten
dagvaarden van gedaagden
waarnemen van de taken van de (land)scholtis bij diens afwezigheid. Dit werd ook vaak gedaan door de oudste schepen in functie.
Bij een openbare verkoop speelde de bode een nadrukkelijke rol in de procedure. Hij zorgde bijvoorbeeld voor de stokslagen waarbij de laatste bieder werd aangewezen als koper. In sommige akten wordt expliciet nog een tweede of derde stokkenslag genoemd, hetgeen sterk lijkt op de manier waarop tegenwoordig nog veilingen verlopen (éénmaal, andermaal, verkocht...). Soms werd de koop bezegeld met een palmslag, waarbij koper en verkoper in elkaars hand sloegen. We kennen dit oude gebruik nog steeds van veemarkten. Het lijkt erop dat gebruik werd gemaakt van stokkenslag óf palmslag.
Bij overdrachten moest soms bodeloon worden betaald. Bij een overdracht van landerijen te Beesel in 1781 (waarde 150 gulden) bedroegen de onkosten van overdracht 9 gulden 4 stuiver, lycoop 3 gulden 11 stuiver, het bodeloon 1 gulden en de registratie 1 gulden.
In veel akten is daarnaast sprake van een onderbode.
770 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Gerardus (Daniël?) Emonts (Emans, Emets); Schepen; begr. Swalmen 7 mei 1721; tr. Swalmen 31 okt. 1660. ♦ Getuigen bij huwelijk met Cornelia Vogels: Guilhelmus Roukels en Guilhelmus Kuijpers ♦ Eerste pachter van Sijperhof ♦ 21 maart 1721
SWALMEN / ASSELT - Testament van Gerard Emets, pachter van Sijperhof.
Gootsen Gerarts, Geurt Smeets, schepenen, en Petrus van Daelen, secretaris van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, oorkonden dat zij zich op verzoek van hun gewezen medeschepen Gerard Emets hebben vervoegd in diens woning 'op den hof op de Sijpen genoemt onder Asselt gelegen', alwaar zij deze hebben aangetroffen bedlegerig maar gezond van verstand, welke hen heeft verzocht zijn testament te noteren als volgt.
Hij beveelt zijn ziel aan God almachtig, de maagd Maria, de heilige Joseph, Anna en Barbara, en al Gods heiligen, en zijn lichaam aan de gewijde aarde op het kerkhof te Swalmen, in het graf waar wijlen zijn echtgenote is begraven. Behalve de gewoonlijke dienst van zes weken zullen voor de lafenis van zijn ziel nog 48 missen worden gelezen, waarvan 40 door de paters Minderbroeders te Ruremonde en de overige 8 te bepalen door de pastoor van Swalmen. Deze missen zullen worden betaald uit een bedrag van 30 pattacons welke testateur nog tegoed heeft van de Ursulinen te Ruremonde, wegens geleverd boekweit zoals bekend is bij zuster Bernard.
Aan zijn zoon Gerard en diens vrouw Agnes [Cuijpers] legateert hij voor trouwe diensten aan hem bewezen en tot aan zijn sterfdag nog te bewijzen, zijn kist met al het daarin aanwezige linnengoed; voor kostgeld zullen zij tevens gedurende de rest van zijn leven in zijn 'torffbroecxken' mogen turven en alle inkomsten genieten van alle landerijen en anderszins, mits zij hiervan tevens de schattingen en verdere lasten dragen.
Aan de huidige en eventueel toekomende dochters van zijn zoon Gerard laat hij zijn bed en toebehoor met twee dekens.
Omdat zijn kinderen al hebben gedeeld in de roerende goederen en vruchten (uitgezonderd de 10 malder vruchten die hij heeft behouden), worden ze geacht tevreden te zijn met deze deling, zonder aanspraken te maken op enig loon, daar testateur zo'n loon nooit heeft beloofd of toegezegd.
De onroerende goederen die hij in zijn weduwnaarstand heeft verworven, zullen na zijn dood in drie gelijke delen worden gedeeld tussen zijn zoon Gerard, zijn dochter Cathrijn getrouwd met Frans Hendrick Mooren, en de kinderen nagelaten door wijlen zijn zoon Hubert Emets, 'ende dat sijnen soon Jan, in de voors. gewonnen ende geworven soo erff‑ als gereede goedeen, geen part ofte deel sal connen hebben, vuyt redenen hem testateur daer toe moverende.'
Omdat Frans Hendrick Mooren en diens vrouw aan de testateur volgens obligatie van 31 oktober 1713 een bedrag van 200 gulden verschuldigd zijn (waarvan de rente alsmede het gebruik van een morgen land tot op vandaag zijn kwijtgescholden), bepaalt testateur dat Mooren en zijn vrouw in de genoemde deling 'soo lange sullen stille staen, tot dat sijne voorss. twee andere miterfgenamen, daertegens sullen wesen geëgaleert.'
Een vordering van 25 rijksdaalder die testateur bezit ten laste van Hendrick van den Bergh en diens vrouw Anna Louwijs, zal na zijn overlijden worden aangewend voor een jaargetijde, waarvoor de rente wordt genoten door de kapelaan die deze mis zal lezen.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 76; origineel op papier, ondertekend door Geret Emets en genoemde schepenen en secretaris.
Afschrift in: RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 21 fol. 147vs-149.
799 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Gertrudis Theelen/Willems (Thielen, Tielen, Truijtien, alias Willems); tr. Asselt vermoedelijk 19 mei 1667. ♦ Huwelijksmaand kan ook augustus zijn ♦ Hertrouwt later met Petrus Bullers (1679) 896 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] »» Het wapen van Daelenbroeck zoals dat thans in de voorburcht gevoerd wordt.
| Petrus Biermans; geb. Vlodrop 2 sep. 1668; landbouwer/grondeigenaar; overl. Herkenbosch 23 aug. 1726 (57 jr.). «« De poort van de thans nog bestaande voorburcht van kasteel Daelenbroeck.De geschiedenis van Daelenbroeck gaat terug tot het jaar 1311.
Godfried van Heinsberg, de Gulikse leenheer van Wassenberg, kocht een aantal gronden van Jan van Asenray in Roermond en besloot in dat jaar in het moerassig gebied ("broeck") van het Roerdal een woon- en jachtslot te bouwen. In de loop van de jaren is dit slot in handen van verschillende edellieden geweest, die er allen op hun eigen manier hun stempel op drukten.
♦ Doopgetuigen waren Andreas Zacharias en Catharina Keisers »» Gravure van de hoofdburcht van Slot Daelenbroeck te Herkenbosch uit 1744. De heerlijkheid Daelenbroeck omvatte onder andere de heerlijkheid Maasniel en speelde aldus een grote rol in het leven van de stamhouders in deze kwartierstaat.Een keerpunt was de 80-jarige oorlog. In 1598 werd het kasteel belegerd en dit betekende het begin van de ondergang van de Hoofdburcht.
Na de dood van de toenmalige kasteelheer, Hattardt van Pallandt, ontstond er een strijd tussen zijn schoonzonen om het kasteel. Toen in het jaar 1707 het kasteel uiteindelijk werd toegewezen aan Jan Ernest van Rollingen, was deze door de procesvoering dermate berooid, dat hij besloot in de Voorburcht te gaan wonen en de hoofdburcht, die in verval was geraakt, te slopen. Hij gebruikte de kelders als voorraadschuur.
| 897 [/2] [detail] [schema] [naar 1]Anna Conen; overl. na 1720. 903 [/2] [detail] [schema] [naar 1]Mechtildis (Methyen, Mathia, Metgen) Thissen (Tissen); tr. Maasniel 27 jan. 1695. ♦ afkomstig van Heystershof ♦ Huwelijksgetuigen waren Jacobus van der Lijnden, Joannes Tissen en Gertrude Tissen 964 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Hermanus Gerets (Gerardts); boer/herbergier; overl. 1712; tr. Maasniel 3 jun. 1683. ♦ Woonde met zijn gezin aanvankelijk aan de Eyermert te Maasniel, later bouwde Herman in de boomgaard aan de beek tegenover het 'Heyligen Huysken' een boerderij die al snel dienst deed als herberg. 965 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Encken (Anna,Hermen Encken ) Crompvoets (Krompvoets); geb. 1655; overl. ca 1732 (77 jr.); tr. Maasniel 3 jun. 1683. ♦ Huwelijksgetuigen Metijen Krompvoets en Beeltijen Hansen 966 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]Thijs Thijsen; tr. okt. 1685. ♦ Eerder getrouwd met Gertruy Baeckhoven (1675) ♦ Tekende met als handelsmerk een schaar. 972 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Geurt Haewinckel; geb. 1653; overl. ca. 1733 (80 jr.); tr. Maasniel 18 feb. 1681. ♦ met zijn vrouw Greetyen woonachtig in een hoekhuis aan de Eyermert te Maasniel ♦ Uit de kerkelijke huwelijksboeken: Maasniel H1681-001 - 18-02-1681 - blz. 64 nr. 2
Anno 1681
Die 18 februarij matrimonio iuncti sunt Go=
defridus Hawinckell et Margaretha Backovens
Testes fuerunt [niets verder geschreven]
976 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Jacob Nijssen; overl. uiterlijk 1722; tr. Maasniel 9 nov. 1685. ♦ Jacob nam de herberg 'In Sint Laurens' (Laurensmarkt, Maasniel) over na het overlijden van zijn grootmoeder Encken Hansen. Vanaf 1694 ging hij boeren op de Wijerhof. ♦ Uit de kerkelijke huwelijksboeken: Maasniel H1685-006 - 09-11-1685 - blz. 66 nr. 11
die 9. nouembris Solemnizatum est matrimonium
inter Jacobum Nijsen et Annam Beeck coram
testibus Henrico Schrijvers, Maria Schrijvers et
Berndina Schrijvers
978 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Lambertus (Lemm) Versteegen (Versteeghen, van der Stiegen); tr. Melick 15 jul. 1696. ♦ woonachtig te Melick ♦ armenmeester 1743-1755, beheerder van de gelden van de Tafel van de Heilige Geest (armenkas) ♦ Huwelijksgetuigen waren Balduinus de Hollovien en Arnoldus Gierlinghs 1010 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Jacob Slabbers; schepen en pachter; tr. Maasniel 12 nov. 1685. ♦ Uit de kerkelijke huwelijksboeken: Maasniel H1685-007 - 12-11-1685 - blz. 66 nr. 12
die 12 nouembris Solemnizatum est matrimonium inter
Jacobum Slabbers et Methijen Krompvoets. testes fuerunt
Silbert Salden et Enneken Krompvoets.
1012 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]Nicolaus (Claes) Sillen (in den Quack); geb. Swalmen 23 dec. 1659; tr. Maasniel 31 okt. 1688. ♦ Uit de kerkelijke huwelijksboeken: Maasniel H1688-004 - 31-10-1688 - blz. 67 nr. 9
Die 31 octobris matrimonio iuncti Sunt Nicolaus Syllen et
Anna Krompvoets coram testibus Joe Eggels Arnoldo Hansen
Cath. Hansen et Margaretha Sillen
Ga verder naar volgende generatie Ga terug naar vorige generatie
|