Kwartierstaat Cox-Mooren

Deze kwartierstaat bevat 538 personen

 
ALGEMEEN
Voorpagina
Bronnen
Afkortingen

ALLE VOOROUDERS
Gesorteerd op nummer
Gesorteerd op achternaam
Gesorteerd op geboortepl.
Gesorteerd op trouwpl.
Gesorteerd op overl.pl.
Analyse volledigheid

PER GENERATIE
Generatie I-VI
Generatie VII-VIII
Generatie IX
Generatie X
Generatie XI
Generatie XII
Generatie XIII
Generatie XIV
Generatie XV
Generatie XVI-XVII
Generatie XVIII-XXI
Generatie XXII-XXIX
Generatie XXX-

WEERGAVE
Standaard
Beknopt

CONTACT
stuur een e-mail

BEHEER
Inloggen

Overzicht beschikbare kwartierstaten



Generatie XV
(stamoudgrootouders)

16384 [/2] [detail] [schema] [naar 1]
Dirck Cox (Kochs (Koix?)); geb. ca. 1450; overl. ca. 1499 (49 jr.).
♦ In de archieven van de stad Roermond wordt ene Derick Koix genoemd; bode, die optredend dan als richter, samen met schepen Thys van den Grynde (!, zie hieronder) een verklaring legt: 449 1478 juni 10 des guedensdaighs nae sent medardendach episcopi et confessoris Derick Koix, de bode, nu als richter, en Thijs van den Grynde en Johan Hillen de jonge, schepenen te Roermond, verklaren, dat Kathrine, weduwe van Ghiel Schomekers, overgedragen heeft aan Heyn van Helmont, Gaidert van Huerne en Johan van Vorst, meesters van de Crispinus en Crispinianusbroederschap, een grondrente van vier pond was ten laste van een huis in de Schoenmakersstraat. Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 124, procesnr. 593

16385 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Maria Bijns; geb. Roermond ca. 1460.

16388 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1] [bron]
Thys van den Griende; geb. ca. 1490; Schepen.
♦ als schepen van Roermond vermeld 1470-1491
♦ schepenmeester 1482
♦ Van den Griende (ook: van den Gry(e)nde) was een oud regentengeslacht uit Roermond, met als wapen: in zwart een gouden Sint-Andreaskruis

16389 [/2] [detail] [schema] [naar 1]
Elysabette n.n..

16400 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Leonard Graes (Catt)??.

16401 [/2] [detail] [schema] [naar 1]
Geert Dencken??.

19968 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Arnold Johannes (Aert Jan) van Cruchten?; Schout en regerend burgemeester te Venlo en later te Roermond; overl. Venlo 22 feb. 1587.
♦ Uit de stamboom van Van Cruchten: "Jan was schepen van Venlo 30-01-1533, 1536 tot 1538 (tot 1547, volgens Ned. Leeuw 1952, 124, naar mijn mening dus foutief!). In 1537 en 1543 was Jan regerend burgemeester van Venlo. Op 14-11-1537 tekende hij namens de stad Venlo het verbond der steden. Hij geeft als burgemeester de stad Venlo over na 07-09-1543 aan keizer Karel V. Gevolg hiervan was het Tractaat van Venlo: 7 Nederlandse Provinciën onder één kroon. Jan was beëdigd schout (richter) te Roermond vanaf 26-04-1548, hij doet de eed en wordt aangesteld door het Hof van Gelderland. Hij was burgemeester aldaar in 1567 en 1573. In 1579 betaalt hij belasting: 15 goltgl., maekt 34 gl. st. Curr. betaelt: 34 gl. 10 st. Bij zijn aftreden in 1584 kreeg hij als 'vastenspise' jaarlijks een ton haring."

Het wapen van Van Cruchten is in verschillende kleuren vastgesteld. Werd er in vroeger tijden geen kleur gebruikt (verzegeling e.d.), later werd er eerst een wapenschild gebruikt van goud met sabel (glanzend zwart) terwijl de Limburgse takken tegenwoordig zilver met sabel hebben. In ieder geval hoort het helmteken vergezeld te gaan van een gestreepte drakenkop met punttong
»» Het wapen van Van Cruchten is in verschillende kleuren vastgesteld. Werd er in vroeger tijden geen kleur gebruikt (verzegeling e.d.), later werd er eerst een wapenschild gebruikt van goud met sabel (glanzend zwart) terwijl de Limburgse takken tegenwoordig zilver met sabel hebben. In ieder geval hoort het helmteken vergezeld te gaan van een gestreepte drakenkop met punttong

19969 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Rijcka van Leuven? (van Lewen, van Lövenich).

19970 [/2] [detail] [schema] [naar 1]
Tilman Behr van Laer?; overl. 1597.

19971 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Elisabeth Roijen?.

26624 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Johannes VI Vogels; geb. Haelen? 1457; overl. na 1506 (min. 49 jr.).
♦ Het boek van Slanghen meldt dat de Vogelshof op 22 juni 1506 door deze Johannes VI Vogels in de Hornsche leenzaal verheven werd.
♦ 2756. 1489 - 1559- Hendrik Vogels, schout van het Maasland, bezit de molen te Overhaelen en 14 malder rogge 's jaars erfpacht daaruit. De Vogelshof was tweelenig: een deel te Ghoor, het andere deel te Horn; hij werd op 22 juni 1506 door Johan Johanszoon Vogels verheven voor het leenhof van Horn en op 25 juli 1531 door Joost van Meerssen, kastelein te Loevestein, gehuwd met Hendrica Vogels. Op 8 maart 1539 door Frans Vogels en op 15 december 1539 door Gerard van Merwijck als man / van Johanna van Do(e)rn(e), vruchtgebruikster, weduwe van Hendrik Vogels. Publications XVI p 46. 2757.

26628 [/2] [detail] [schema] [naar 1]
Willem van Haeren; ged. ca 1515; tr. ca 1538.
♦ Het betreft hier de adellijke familie Van Haeren
♦ Familie wapen: in een met blokjes bezaaid schild een gekroonde leeuw. Helmteken - een vlucht. Kleuren van dit wapen onbekend.

26630 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Johan (de Jonge) van Grefraide (Greffraede, Greveraet, Greefraedt); geb. ca. 1521; schepen en burgemeester van Venlo; overl. vóór 1585 (max. 64 jr.); tr. Venlo 13 dec. 1540.
♦ Hertrouwde in 1557 met Judith de Haen (overleden 17 mei 1590) - - - Leenman van de Schei te Beesel-Leeuwen en schepen van Venlo. Peyburgemeester van Venlo in 1556 en burgemeester aldaar in 1559, 1563, 1569, en 1573 - - - vrijdag 27 oktober 1558 VENLO - Johan van Greefraedt [leenman van hoeve de Schei te Reuver] wordt benoemd tot schepen van Venlo. GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B 2694, fol. 38vs.
♦ 5 mei 1549 BEESEL / VENLO - Aantekeningen door Johan van Greefraedt, leenman van hoeve de Schei. - "Besell, anno 49. - Item Tobben kinderen van Biesell hefft mijn vader afgeleent 1c XL Hornse gulden noch XX van rest. Bedencken anno 49 dat ick hun geven solde LXXX rider, darmit malckanderen qwit to schelden. Hirup betalt anno 50 XX rijder. Noch XXV stuver rider gelt van rogge 10 stuver pont. Henrich Tobben noch viiij stuver van Ruth. - Noch vijff rider Henrich Tobben gedan anno 50 den 11 octobris. - Den 5 meij noch iij rijder XVJ stuver Henr. Tobben". GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B 2694; stuk O, fol. 37.
♦ z.d., na 16-1-1558 en voor 1574 VENLO / REUVER - Aantekeningen van Johan van Greefraedt [junior], leenman van hoeve De Schei te Reuver. - Johan's vader, ook Johan genaamd, was overleden vóór Johan [juniors] grootmoeder, Aleid Houtz, die circa 6 jaar na hem overleed. Johan [junior] erfde van haar o.a. een huis op het Schrixsell te Venlo, dat hij later verkocht. Dit huis was belast met jaarlijks 5 hornse guldens aan de erfgenamen van Siger Ronden, nu Griten Kuster, wegens een lening die zijn vader Johan [senior] in 1521 had opgenomen. De opbrengst van de verkoop besteedde Johan [junior] aan de hof te Besell. - Het huis op de hoek van de Alden Merckt heeft Johan in 1547 verbouwd tot twee woningen. Hij had dit huis van zijn moeder geërfd na haar overlijden. Johan's goederen werden na dit overlijden beheerd door zijn stiefvader Lenart van Beeck, waarmee zijn moeder was hertrouwd. - Het huis op de Steinstraeten te Venlo is afkomstig van zijn vader en is belast met 6 goudgulden en 1 oort aan de kerk. Deze last werd aangegaan in een magescheid tussen Johans vader en wijlen diens broer Tilman van Greefraedt, welke akte nog in Johans bezit is. Daarin werd bepaald dat Johan senior aan zijn broer Tilman jaarlijks 5 malder rogge zou geven, met als onderpand dit huis in de Steenstraat. Nadien had de hertog van Gelre bepaald dat alle renten op huizen in natura moesten worden vervangen in geldrenten. Johans oom Tilman overleed zonder erfgenamen en liet de erfrente na aan de kerk, ten behoeve van de armen. Johan junior kwam daarna met de kerkmeesters overeen om in plaats van deze 5 malder jaarlijks 6 goudgulden plus 1 oort geven (fol. 31-32). - Op 31 december 1547 (de laatste dag van het jaar) is krachtens magescheid tussen zijn vader en diens broers en zussen bepaald dat Johan van Greeffraedt samen met zijn oom Art Vijnck en Alet van Greefraedt, zus van wijlen Johans vader, de helft zouden hebben. Hiervoor kreeg zijn oom van Johan junior het 1/3 deel van het huis op de Kerkstraat en nog 450 [!] daalder, waarop in mindering gebracht 160 daalder en 21 gulden brabants die zijn oom hem nog schuldig was uit de periode dan deze voor hem rentmeester was [wegens minderjarigheid]. Deze schuld was afkomstig van de verkoop van een huis afkomstig van zijn ouders, gelegen op het Schrijchsell te Venlo naast Andriss van Rosteren. - Het huis in de Kerckstraeten te Venlo hebben de kinderen van wijlen Johans neef Art Vinck in 1550 voor 400 rijder en 25 rijder tot liefenis verkocht aan Hieronimus van Thoeren. Johan heeft dit huis op advies van naaste vrienden op de laatste dag beschud. Omdat dit beschud in contanten moest gebeuren en Johan dit geld niet had, heeft hij zijn goederen moeten bezwaren en geld geleend: 120 daalder van Seger Goris, nu Henrick Boenenbecker; 100 daalder van Jacob van Well, nu Trin van Well; en 50 daalder van Gerart Backhauss, zijn pachter te Lobbrich, in 1552 (tevens vermelding van renten t.b.v. o.a. Baetzken Voegelsanck en Jacob Tekens). Johan heeft het huis op de Kerkstraat o.a. zelf gebruikt, evenals zijn zwager Peter Boenen en Willem van Oeijen, die hem eveneens geld hadden geleend voor het beschud (fol. 32vs). - De landerijen van de hof te Biesell, waarop de gebouwen staan, zijn door de kinderen van wijlen zijn neef Art Vijnck en door hemzelf ontgonnen uit de gemeinte en in (15)'51 bebouwd [bouwjaar Nieuwe Schei!]. Hiervan is 2 morgen min 1 vierdel nieuw ontgonnen erf, te weten het land waar het "duifhuiss" op staat; dit land behoort niet tot het leengoed. Ook de oude boomgaard is eertijds uit de gemeinte ontgonnen. Het principale land in de hof is een Gelders leengoed, namelijk de lange bunder langs de Groenenwech, het Niervelt tussen de Heerwech en de Groenenwech met de bemd op de Maas, de bunder achter de Kamper Hegghe, de Abbekoull, nog een stuk van 4 morgen tussen Heinrick Vincken en Jan Ronden, circa 2 morgen aan de openbare weg, en een stuk land achter in het veld tussen zijn neef Henrick Vinck en Johan Ronden zoals dat is gelegen aan de Obbecker Beeck, alles omschreven in de leenbrieven. - Het stuk land aan de St.-Lamberts Capell hoort niet tot het leengoed. Johan heeft samen met wijlen zijn vrouw (Johanna van) Rosteren 3 morgen land gekocht op de Haegerberch gelegen, richting Venlo. Daarnaast heeft hij samen met zijn vrouw Judit Haenen 2 morgen gekocht, belast met Burense tijns 1 sommer haver en 1 haver [---] ½ [---]; hiervan moeten zijn voorkinderen 3 delen betalen en Judit en haar nadochter Anna 2 delen. Hiertegen wordt ontvangen van het goed van Steven Kaels, gelegen naast de hof van de scholtis van Roermond, 7 kop rogge volgens overgedragen obligatie. Verder 1½ malder koren, waarvan het (resterende) merendeel wordt betaald aan Derick Koecht, zijn zwager te Roermond [...]. - Naast de twee morgen op de Haegerberch hebben Johan en Judit nog ½ morgen land gekocht van Gortt Dorssers, volgens de koopakte vrij erf. - Verder heeft Johan samen met zijn vrouw Judit 2 morgen land gekocht van Hein Gerten, belast met jaarlijks 1½ malder aan de kinderen Tobben, bij de Nije Schije gelegen tussen Jan Ronden en zijn eigen land. - Wanneer het leen, waarvan Henrick Vynck leenhouder is, versterft, dan zal het worden verheven zoals afgesproken in het magescheid. De Alden Scheij, eigendom van zijn neef, en het land van de Neijen Scheij, de boerderij van Johan van Greefraedt, zijn vroeger één hof geweest. Johan heeft slechts het 1/3 deel geërfd volgens magescheid tussen wijlen zijn vader en diens broers en zussen. Na 1541 (z.d.) heeft Johan voor 450 [!] daalder nog 1/6 deel gekocht van [zijn oom] Art Vynck ("den hoeff to Biesell dat seste deell gekocht vor iiiij daler aen gelde van Art Vijnck"). - Johan betaalt [ontvangt?] jaarlijks 7 hornse gulden uit de hoeve te Biesell [het deel van wijlen zijn vader] aan [van?] de kinderen Tobben (fol. 34). - Verder bezit Johan nog 3 morgen land op het Mullenvelt te Venlo naast de koolhof. Het land op de Hege is afkomstig van zijn vader. Het kleine stukje op het Mulenvelt naast land van het klooster Maria Weide is 3½ vierdel morgen groot en is belast met jaarlijks ½ erfmalder rogge aan Jan Ramecker. Tevens heeft Johan inkomsten te Barlo (fol. 33). Zijn oom en tante Art Vijnck en Alet van Greveradt hebben het andere deel van deze brief verkocht aan Marcelis van Beringen en dit is nu eigendom van de kinderen van Henrick Boenen en Anna van Beringen. Johan bezit verder nog 7 roede koolhof buiten de Tigelport. Deze goederen heeft hij óf geërfd of samen met Johanna van Rosteren gekocht. Tevens vermelding van een huisje op de Berendonck (verband onduidelijk). GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2694; proces Judith de Haen versus Johan van Greefraedt c.s. ca. 1585; stuk L. Afschrift door Alart van Oehr.

26631 [/2] [x2] [detail] [schema] [naar 1]
Johanna (Janne) van Roosteren (van Rostrum, van Roistern); geb. ca. 1518; overl. 8 jun. 1556 (38 jr.); tr. Venlo 13 dec. 1540.
♦ 13 december 1540 "In profesto Lucia" VENLO - Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Johan van Greefraedt [zn. van Johan van Greefraedt en Elisabeth van Wailwick alias Otten; schepen van Venlo vanaf 27-10-1558; hij hertr. met Judith Haenen] en Johanna van Roosteren [geb. ca. 1518, overl. Venlo 8 juni (fol. 38vs) of 14 juni 1556 (fol. 34), oud ca. 38 jaar], dochter van Wolter van Roosteren [overl. 16-1-1558 (fol. 34)]. Johan brengt o.a. in "een dordendeil aen den alingen haeve geheiten die Scheij, gelegen binnen Biesel, mit al sijnen toebehoer". Johanna brengt o.a. in de halve hof ten Oijen, 100 Philipsgulden à 25 stuiver. Ondertekend door Wolter van Roosteren voor zijn dochter Johanna, Theodoricus die Laet, Peter Boener, Henrick Schwaegerman, Matthijs Haghen, Lienaert van Beec, Peter Gruft, Dierick van Beeringen, Jan van Beeringen en Derick Hoeft. GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2694, stuk P1. Vidimus d.d. 11-5-1584 door Jacob Wijntters en Claess van Lom, schepenen te Venlo, met opgedrukt zegel. Johan werd rond 1521 geboren als een zoon van Johan van Greefraedt en Elisabeth van Wailwick alias Otten. Hij had een broer Tilman, en een zus Erme, overl. 27 januari 1544 (B2694, stuk getekend O, fol. 37: "Item anno 1544 is gestorven min suster Erme den 27 dach januarij"). Johanna van Roosteren overleed volgens GAV B2694 op 8-6-1556 om 02.00 uur op ca. 38-jarige leeftijd. Uit dit huwelijk vier zonen en twee dochters (volgens GAV B2694 fol. 38vs.): 1. Elisabeth van Greefraedt. Tr. Venlo 28-12-1565 met Dirk van Haeren. 2. Erme van Greefraedt 3. Jan van Greefraedt 4. Henrick van Greefraedt 5. Simon van Greefraedt 6. Herman van Greefraedt. Johan werd op St.-Anthoniusdag 1541 `bestaet' en woonde tot St.-Remigius 1542 bij Johanna's ouders in. Alles wat zij spon of anderszins deed, was voor haar ouders. Johanna kreeg van haar ouders kleding, net zoals haar zussen Anna en Trinen dit kregen. Johan kreeg van zijn ouders geen kleding, daar zijn stiefvader Lenert van Beeck deze als roerend goed gebruikte. (stuk M, fol. 35) Johanna van Roosteren overleed vóór haar vader Wolter. Na diens overlijden werden de huwelijksgoederen door zijn erfgenamen weer bijeengebracht om vervolgens over te gaan tot deling (stuk L, fol. 34), waartoe Johan van Greefraedt voor een vierde deel gerechtigd was. Daarbij ontving hij naloting de halve hof te Vierdt bij Gelre, een half huis bij de markt, twee bemden aan de Torffstraet, de helft van een klein bemdje aan het Tigelwerck en enkele geldrenten. In dit verband
♦ overleed omstreeks 02.00 uur



Ga verder naar volgende generatie
Ga terug naar vorige generatie